Vertegenwoordigers van de Euromarsen, ook uit Nederland, zijn in Thurigen geweest, waar in Oost-Duitsland een werklozenparlement is opgericht. Hierover is ook gediscussieerd tijdens de vergaderingen van de Euromarsen, nl om op Europees niveau of in andere landen ook zo’n parlement op te zetten. Hierna volgt eerst een beschrijving van het parlement in Thuringen, daarna een weergave van de discussie.
Aan het werklozenparlement in Thuringen nemen vele organisaties deel, zoals vakbonden kerkelijke vertegenwoordigers, werklozenorganisaties. Iedere 100 dagen is er een zitting. Op deze dagen komen 150 tot 200 mensen samen. Met dit werklozenparlement werd het idee ontwikkeld, dat men naast de demonstraties op straat en andere mobilisaties ook een steeds sterkere teoretische basis moest ontwikkelen. Daarvoor zijn drie parlementsgroepen opgericht, die de plenaire vergaderingen voorbereiden.
• Een groep, die zich met arbeidsmarktpolitiek bezig houdt. Er is een subsidieregeling in het leven geroepen, die aanvullend is op de reeds bestaande regelingen van de nationale regering, en waarbij kleine werkgevers subsidie kunnen krijgen om oudere werklozen in dienst te nemen. Daarvoor worden ook mensen op trajecten gezet. De werkgroep ontwikkelt ook andere mogelijkheden om mensen aan het werk te krijgen. Zwaartepunten zijn vrouwen, jongeren en ongeschoolden en ouderen.
• Groep die zich bezig houdt met discussies over de bijstand en de problemen van de sociale verzekeringen. Daarbij is een Sozialpass voor Thuringen ontwikkeld, een soort stadspas, waarbij mensen met ene minimuminkomen tegen een gereduceerd tarief van het openbaar vervoer, bioscoop, gebruik kunnen maken. Ook valt de eigen bijdrage bij medicijnen daaronder.
• Groep die zich bezig houdt met het voorbereiden van acties op straat. 14 juni is er een grote demonstratie in Thuringen, de dag waarop de CDU minister zijn arbeidsmarktbeleid gaat aankondigen.
Het parlement is dus een permanente, stabiele structuur, die voortdurend reageert op de beleidsvoorstellen van de overheid en voortdurend de problemen signaleert en aan de orde stelt, waardoor de leden van het parlement in de democratische besluitvormingsprocessen van de overheid worden betrokken. Het werklozenparlement doet ook regelmatig voorstellen aan het parlement van Thuringen, en parlementsleden nemen ook deel aan en leggen verantwoording af in het werklozenparlement. Er zijn lokale groepen, die vertegenwoordigers naar het parlement sturen, en de deelnemers aan het parlement wisselen voortdurend. Dergelijke parlementen wil men ook elders in Duitsland realiseren. En ook op Europees niveau. Wel is het zo, dat wil zo’n parlement op Europees niveau slagen, dan zul je ook op nationaal niveau in een dergelijke vorm georganiseerd moeten zijn.
Doel van het parlement is ook, in politieke zin de werkloosheid te bevechten, dus zoeken naar de maatschappelijke oorzaken en die aan de kaak stellen. De werklozenbeweging althans in Duitsland moet meer politiek worden en haar eisen naar voren brengen. In Duitsland is de ervaring, dat er afzonderlijke groepen en organisaties zijn, die werklozen informeren over hun rechten en plichten, en die sociaal raadswerk doen. Dit moet meer worden gepolitiseerd. Ook op Europees niveau kan een dergelijke structuur voor continuiteit zorgen en het mogelijk maken, dat de bestuurders voortdurend met de eisen van de werklozen worden gekonfronteerd.
Discussie. In Keulen is het werklozenparlement mislukt. Maar het idee was beter dan wat in november bekritiseerd werd. We hebben besloten, een assemblee te organiseren en geen parlement. We hebben echter een verdere reflexie nodig op de structuur die we kiezen
We hebben tot nu toe het principe gevolgd, dat we de Europese toppen volgen en dan een manifestatie en een tegentop organiseren. Dit is weliswaar een goede vorm van organiseren en mobiliseren, we versterken daarmee de krachten in de landen waar we waren. Maar we moeten naar een hoger niveau. Als we bijvoorbeeld als gemeenschappelijke eis een Europees sociaal minimum hebben, dan moeten we een campagne voeren rond dat minimum en die eis, ook buiten de Europese toppen om. Dus we hebben een structuur nodig, die in staat is op Europees niveau te handelen tussen de toppen in. We moeten een gemeenschappelijke structuur vinden, die uitgaat boven de vele organisaties en groepen en netwerken die er zijn, en die de verschillen overwint. We kunnen niet meer simpelweg de actieconferenties dupliceren die we tot nu toe gehad hebben. Tot nu toe was het zo: wie kan, gaat en wie geld heeft gaat. Dat is geen vertegenwoordiging van werklozen. Als je een grotere representiviteit wilt de volgende punten:
• Het Europese werklozenparlement moet op locaal en regionaal niveau voorbereid worden, waarbij men op dat niveau delegaties benoemd, die als gedelegeerden aan de Assemblee deelnemen.
• We hebben een groot gebrek aan financiele middelen en deskundigheid. Daarom moeten ook ‘zaakwaarnemers’ aan de Assemblee kunnen deelnemen.
• Het is zaak, ene vorm te vinden die ons als vertegenwoordiger van de massa van de werklozen legitimeert. Dan kunnen we zeggen: Europa is niet democratisch, maar wij wel.
De naam is secondair, maar het is wel belangrijk, dat we een vorm vinden om onszelf beter en op een hoger niveau te organiseren, met een naam, die de pretentie heeft, een representatief orgaan te worden.