Ook verschenen in het maandblad uitkeringsgerechtigden MUG van juni 1998.
De laatste strohalm
Af en toe komen er mensen op het spreekuur van de Bijstandsbond die behalve de kleren aan hun lijf helemaal niets meer hebben. Geen dak boven hun hoofd, geen eten, geen cent op zak. Toch komen die mensen op het spreekuur met de wens: ik wil hier uit komen. Of soms alleen maar: hoe kan ik mijn leven hier en nu een beetje draaglijker maken.
Het is voor ons als vrijwilligersorganisatie niet eenvoudig hiermee om te gaan. We worden vaak geconfronteerd met het falen van hulpverleningsinstellingen. Mensen zijn vaak al jarenlang van het kastje naar de muur gestuurd, niet geholpen of konden simpelweg niet door de vele bureaucratische regels in hulpverleningsland heenbreken. Voor hen is de Bijstandsbond de laatste strohalm. Dat geldt niet alleen voor dak- en thuislozen, maar ook voor mensen met schulden of mensen die verwikkeld zijn in juridische procedures, waar geen eind aan lijkt te komen.
Een voorbeeld. Iemand uit Bos en Lommer kwam al jaren op ons spreekuur. We hielpen hem bij het invullen van zijn belastingformulier en bij het aanvragen van kwijtscheldingen. Door allerlei problemen die hier nu niet terzake doen, raakte deze man zijn huis kwijt. Hij ging bij zijn ouders wonen, maar die situatie werd al snel onhoudbaar. Hij kwam op straat terecht en hield het een half jaar vol doordat hij nog wat verdiende met allerlei klussen. Hij sliep in een klein bootje dat hij ergens in de havens had ontdekt en dat niet werd gebruikt. Hij raakte in psychische moeilijkheden en begon drugs te gebruiken. Na dat halve jaar kwam hij bij ons op het spreekuur; hij was er slecht aan toe.
Eerst probeerden we uit te vinden bij welke hulpverleningsinstellingen hij was geweest, maar daar kon hij weinig over vertellen. We belden er een aantal op en gaven zijn naam door, maar daar kwam geen reactie op. Vervolgens stuurden we hem zelf naar enkele instellingen toe. Dat mislukte. Twee keer verliet hij voortijdig het pand, omdat hij de intakegesprekken niet aan kon. Wij belden de instellingen nogmaals op, maar ze zeiden dat ze er niets aan konden doen. Hij moest nu eenmaal een zwaar intakegesprek doorstaan. Bij een derde instelling, een project voor verslaafden, zei men ook dat eerst een intakegesprek plaats moest vinden om vast te stellen of de man wel verslaafd was. Deze instelling ging echter wel op onderzoek uit. En wat bleek na enkele dagen? De man was in behandeling bij de Crisisdienst van het RIAGG, waar hij goed bekend was. Blijkbaar is het bij sommige instellingen geen automatisme dat je, wanneer iemand met een hulpvraag komt, eerst in kaart brengt of iemand al in behandeling is.
Een ander voorbeeld. Tot voor kort zaten veel daklozen in een vicieuze cirkel: geen postadres, dan geen uitkering. Sommige instanties konden voor een postadres zorgen dat door de sociale dienst werd erkend. Door de toeloop ontstonden wachtlijsten, zodat sommige daklozen op deze manier niet aan een postadres konden komen. Na een rechtszaak is dit nu veranderd. De sociale dienst verzekerde ons dat sinds 28 april iedere dakloze zich, ongeacht de wachtlijsten, kan inschrijven op het adres van het Goodwill-centrum van het Leger des Heils.
Nog een voorbeeld: ex-gedetineerden. Iemand die korte of langere tijd in de gevangenis heeft gezeten, raakt vaak alles kwijt. Hij of zij heeft tijdens de detentie bijvoorbeeld geen recht op een uitkering, zodat een huis niet kan worden aangehouden. Wanneer iemand na vrijlating, na lang wachten en ondanks alle moeilijkheden toch op het rechte pad blijven, eindelijk een nieuwe woning kan betrekken, eist de woningbouwvereniging geld: borg, lidmaatschap, een maand volledige huur, alles bij elkaar vaak een bedrag van meer dan 1500,-. Hoe kom je hieraan, als je nog geen werk hebt en op een bijstandsuitkering bent aangewezen? Als je een lening kunt afsluiten bij de sociale dienst, zit je meteen in de schulden. Afgezien van het feit, dat het verkrijgen van zo’n lening vaak niet eenvoudig is. En vaak moet je binnen een week nadat de woning wordt aangeboden betalen, waardoor er niet eens tijd is een en ander met de sociale dienst te regelen.
Conclusie? Het leven is niet eenvoudig.
Piet van der Lende