De bezuinigingen op de bijstand die staatssecretaris ter Veld van Sociale Zaken heeft aangekondigd, en de bezuinigingen op de studiebeurzen maken onderdeel uit van een beleid waarbij de sociale zekerheid definitief tot het verleden gaat behoren. Het sociale minimum wordt steeds verder verlaagd, en de werknemers- en volksverzekeringen worden langzaam maar zeker afgeschaft. Straks zit iedereen die geen betaald werk heeft in de bijstand. Vooral de jongeren hebben zich de afgelopen weken verzet tegen de plannen van het kabinet met als hoogtepunt een demonstratie van 30.000 mensen in Den Haag op 8 mei 1994. Radikaal verzet is nodig om een diskussie aan te zwengelen over werkelijke alternatieven voor de vastgelopen verzorgingsstaat.
De jongerenorganisaties organiseerden de afgelopen weken vele akties, zoals bezettingen, demonstraties en diskussiebijeenkomsten. Wat daarbij opviel, was het keiharde politieoptreden, eerst bij de ontruiming van het kantoor van de Partij van de Arbeid en later bij de demonstratie op 8 mei in Den haag. Het politieoptreden werd in de Volkskrant gekenschetst als: “stress en een tunnelvisie en dan meppen op alles wat beweegt.” Verder paste het politieoptreden in het tijdsbeeld. “Wat hebben die studenten van de verwende generatie nou te zeuren?”. Ik ga hier verder niet in op de gang van zaken tijdens de demonstratie. De jongeren hebben daarover een zwartboek uitgebracht, de nationale ombudsman doet een onderzoek en in de Volkskrant werd de gang van zaken uitgebreid geanalyseerd. Het was van te voren duidelijk, dat de politie wilde gaan meppen. Op het stationsplein werden de mensen die naar het malieveld gingen door een agent gesommeerd, stokken van spandoeken in te leveren. Er waren zelfs jongeren die hun sjaals moesten inleveren. Volgens de politie omdat ze die om hun hoofd konden doen, zodat ze onherkenbaar zouden zijn. Het is een schril kontrast tussen de akties van de jongeren en nu ook de ambtenaren en uitkeringsgerechtigden zoals WAO-ers, werklozen. Van de FNV- en CNV jongeren horen we het nodige, maar de vakcentrales zelf laten niets horen. De landelijke organisaties van uitkeringsgerechtigden beperkten zich tot nu toe tot het schrijven van een brief aan Ter Veld. Het komitee Amsterdam tegen verarming waar ook de WBVA deel van uitmaakt, heeft het initiatief genomen tot een aktievergadering in Utrecht om rond Prinsjesdag allerlei akties te organiseren.
Als er geen effectief verzet komt zullen steeds meer bezuinigingen volgen. Daarover in latere Baanbrekers meer, nu zal ik kort ingaan op de achtergronden van de bezuiniging op de bijstand.
keus
Ter Veld heeft gezegd, dat ze de keus had, of het sociale minimum over de gehele linie verlagen, of de bijstand voor bepaalde groepen geheel of gedeeltelijk afschaffen. Men heeft voor het laatste gekozen. Maar blijkbaar is algehele verlaging van het minimum toch een optie geweest. De regering zegt, dat al die bezuinigingen nodig zijn, om de werkgelegenheid te stimuleren. In de eerste plaats zijn het echter geen bezuinigingen (er wordt bijvoorbeeld 3 miljard extra uitgetrokken voor de hoge snelheidstrein) en in de tweede plaats zal door loonsverlagingen en het toesluizen van geld naar bedrijven de werkgelegenheid niet of nauwelijks toenemen. Ondanks de bezuinigingen op de uitkeringen van de afgelopen twintig jaar is de werkgelegenheid uitgedrukt in arbeidsjaren nog op hetzelfde peil als in 1970. Dus zal bij een volgende bezuinigingsronde worden gezegd: de ekonomische conjunctuur zit tegen, we moeten nog meer bezuinigen. Waarna het sociaal minimum drastisch worden verlaagd. Het sociale minimum is de afgelopen 14 jaar bevroren, met uitzondering van 1992. Het achterwege laten van de prijscompensatie leidde tot een forse inkomensachteruitgang. Maar afgezien van verlagingen in 1983 bleven nominale verlagingen tot nu toe uit. De herziening van de bijstandswet, die eraan zit te komen, is al een voorbereiding op een algehele verlaging van het minimum.
maatwerk
De sociale diensten streven naar “maatwerk”, “deregulering” en “decentralisatie”. Zij krijgen meer bevoegdheden op het gebied van de bijzondere bijstand. Tegelijkertijd wordt echter het totale bedrag, dat voor bijzondere bijstand beschikbaar is verminderd. De sociale diensten moeten gaan budgetteren: ze krijgen jaarlijks een bepaald bedrag, en daar moeten ze het mee doen, als er dan teveel mensen een beroep doen op de bijzondere bijstand moet de gemeente de regels strenger maken. Verder wordt de bijverdiensteregeling afgeschaft. Daarvoor in de plaats komen premies voor wie meewerkt. Op deze manier kunnen twee vliegen in een klap worden geslagen: de mensen kunnen nog meer onder druk worden gezet, middels straffen en hier en daar een beloninkje, en over een breed sociaal minimum hoeft niet meer te worden gepraat.
Er kan immers worden gezegd: als je niet rond kunt komen kun je altijd een beroep doen op de bijzondere bijstand, waarvoor gemeenten dan grote bevoegdheden hebben.
De ambtenaar wordt ongrijpbaar. Immers minder gekontroleerd, meer bevoegdheden en niet aanspreekbaar op maatregelen. Nu al is het zo, dat wanneer belangenorganisaties de directie aanspreken op het beleid dat de sociale dienst voert, bijvoorbeeld dat de regels die gelden om voor bijzondere bijstand in aanmerking te komen te streng zijn, dan zegt de directie: we hebben geen algemene regels, iedereen kan er een beroep op doen, we leveren maatwerk, we beoordelen de clienten individueel. Rechten zijn nergens meer vastgelegd, je bent steeds meer afhankelijk van de willekeur van de ambtenaar. Passende arbeid is niet meer gedefinieerd, en het minimum wordt te laag om van te leven. Om een uitkering wat hoger te krijgen kun je geen beroep doen op regels maar ben je afhankelijk van de welwillendheid van de ambtenaar. Als je met hem meewerkt krijg je iets meer, en anders niet. De sociale diensten hebben steeds om deze deregulering, decentralisatie en maatwerk gevraagd, dat is ook hun belang. Zij willen meer autonomie, bevoegdheden in hun werk en minder controle. Het is echter niet in het belang van uitkeringsgerechtigden. Hoezeer ambtenaren ondanks hun dagelijks contact met clienten vanuit hun eigen belangen/positie redeneren, blijkt wel uit de reacties van directeur van Dijk van de sociale dienst in Amsterdam op de kabinetsplannen. Hij keurde de afschaffing van de bijstand voor jongeren tot 21 jaar niet goed, maar zei er onmiddellijk bij het positief te waarderen, dat de regels nu een stuk eenvoudiger uitvoerbaar werden.
alternatief
Maatwerk, deregulering, banenpool, jeugdwerk garantieplan, decentralisatie, heroriëntatiegesprekken dienen slechts een doel: zorgen dat werklozen zich presenteren als concurrenten voor de bestaande arbeidsplaatsen, zodat naast de uitkeringen ook de lonen kunnen worden verlaagd. De bijstand gedeeltelijk afschaffen en tegelijkertijd meer geld geven aan de bedrijven, investeren in zinloze grootschalige projecten, zoals een hoge snelheidstrein, waarvoor het kabinet nu 3 miljard uittrekt.
Is er een alternatief?. Het is al honderden malen vanuit verschillende invalshoeken geformuleerd. Uitgaande van het huidige nationaal inkomen is een rechtvaardiger verdeling van betaalde en onbetaalde arbeid mogelijk, en kan recht worden gedaan aan de verlangens van allen op een menswaardig bestaan; daarvoor zijn allerlei voorstellen naar voren gebracht, van een negatieve inkomstenbelasting aangevuld met sociale verzekeringen, tot een basisinkomen voor iedereen. Ook het FNV-plan voor de invoering van bijvoorbeeld volwaardige deeltijdbanen en een volksverzekering tegen werkloosheid die ook geldt voor vrouwen die onbetaalde zorgarbeid verrichten zou al een hele verbetering zijn. (Dit FNV-plan is overigens ook bij de FNV zelf een papieren tijger gebleken). Al deze plannen stuiten echter op de beperkte rationaliteit van het kapitalisme, dat vraagt om lagere loonkosten en dat leidt tot toenemende armoede.
binnen en buiten de rechtsorde
Ter voorbereiding van weer een volgende bezuinigingsronde worden uitkeringsgerechtigden door politici in de publiciteit aan de schandpaal genageld; uitkeringsgerechtigden worden in toenemende mate met zoveel woorden bestempeld als profiteurs van de maatschappij, die men liever kwijt dan rijk is. Steeds wordt de uitkeringsgerechtigden onder de neus gewreven, dat anderen voor hen werken. Velen zijn woedend hierover, maar voelen zich machteloos, en zijn angstig over nieuwe maatregelen.
Of zoals een aanwezige op een vakbondsmanifestatie het formuleerde: de minima komen in toenemende mate voor de keuze te staan, binnen de wet blijven en langzaam ten onder gaan of zeggen: deze rechtsorde is de onze niet, en andere uitwegen zoeken. Daarbij kan het zoeken van die uitweg zich ook uiten in individuele oplossingen waarbij men het professionele criminele circuit binnentreedt of in spontane opstanden, en niet in rationeel politiek verzet. Komt dat laatste er? Tijdens de WAO-maatregelen toen die werden aangekondigd, was ik nog optimistisch. Ik dacht: dit gaat toch echt te ver, maar na wat akties van de vakbonden die als hoogtepunt een door duizenden uitkeringsgerechtigden bijgewoonde demonstratie in Den Haag werd het akelig stil; de vakbonden hebben vervolgens geprobeerd, via de cao-onderhandelingen hier en daar de WAO-maatregelen enigzins te repareren, wel door het zelf te betalen. Ook de vakbonden bleven binnen de rechtsorde; geen politieke stakingen tegen de meerderheidsbesluiten van het parlement. Akties in de afgelopen twintig jaar binnen en buiten de grote massa-organisaties hebben de steeds maar voortgaande bezuinigingen niet kunnen tegenhouden. Massale akties van uitkeringsgerechtigden buiten de kaders van de erkende vakbonden zijn uitgebleven. Is aktievoeren zinloos, omdat het toch niet helpt, en nooit resultaten zal afwerpen? Ik ben het daar niet mee eens. In de afgelopen twintig jaar heeft het vele advieswerk dat er is gedaan, akties zoals bezettingen e.d. wel tot positieve veranderingen geleid in het beleid van gemeenten, de uitvoerende instanties en de opvattingen van ambtenaren. De akties tegen de voordeurdelerskorting hebben laten zien, dat het wel degelijk mogelijk is resultaten te bereiken. Het zijn echter juist de meer radikale akties geweest, zoals bezettingen, blokkades en proletarisch winkelen die resultaten hebben afgeworpen. Akties die binnen de rechtsorde blijven, zoals manifestaties en demonstraties zijn zinvol, bijvoorbeeld om een diskussie aan te zwengelen over een alternatieve sociale zekerheid en om de krankzinnige wedloop van bedrijven waarbij ze steeds meer rotzooi produceren aan de kaak te stellen. Radikalere akties zijn echter nodig om ook resultaten te bereiken. Ruimte in individuele oplossingen.
Nederland zit gevangen in een vicieuze cirkel: automatisering, uitstoot van arbeidskrachten, kapitaalvlucht en de kosten van de milieuvervuiling maken de sociale zekerheid onbetaalbaar. Het is de beperkte rationaliteit van de markt: veel ondernemers moeten onder concurrentieverhoudingen zo goedkoop mogelijk en liefst ook zoveel mogelijk produceren met zo weinig mogelijk mensen en zo laag mogelijke lonen om de wedrace met andere bedrijven vol te houden, met voorbijzien aan de effecten van maatschappelijke kosten die in eerste instantie buiten de onderneming vallen, zoals milieuvervuiling en werkloosheid. Bedrijven hoeven in eerste instantie niet voor de uitkering van werklozen te betalen; de premies worden betaald uit de lonen van de werkenden. Dus hoeven de bedrijven geen rekening te houden met de kosten wanneer ze mensen ontslaan. Het gaat om het voortbestaan van het eigen bedrijf; al het andere is onbelangrijk.
Dit alles is in het belang van het financierskapitaal, zoals de grote banken en verzekeringsmaatschappijen. De bovenmodale kostwinner heeft zijn riante pensioen bij die instellingen verzekerd en daarmee is het huidige beleid indirect ook zijn belang. De banken verlenen kredieten aan bedrijven die in een concurrentiestrijd zijn verwikkeld en die de race volhouden. Zo schroeven banken en verzekeringsmaatschappijen hun winstmarges op en bepalen uiteindelijk wat waar en wanneer geïnvesteerd wordt. De banken bepalen het lot van bedrijven in moeilijkheden. De steun aan DAF-trucks is mislukt omdat de banken geen krediet wilden geven. Politici en ambtenaren passen zich aan bij dit krankzinnige irrationele produktiesysteem en proberen daarbij hun eigen belangen veilig te stellen.