Studenten met een beurs voor uitwonenden krijgen een studiebeurs van 266 euro per maand en thuiswonende studenten krijgen 96 euro. Dit verschil is zo ingevoerd, omdat uitwonende studenten meer kosten hebben en huur moeten betalen. Volgens onduidelijke en vage schattingen zou er een grote groep studenten zijn, die opgeeft niet bij zijn of haar ouders te wonen, en dus ontvangen ze 266 euro per maand, terwijl ze toch thuis wonen. Er zijn ongeveer 310 duizend studenten die bij hun ouders wonen en 270.000 studenten met een uitwonenden beurs. Er wordt beweerd dat de Partij van de Arbeid vorig jaar een onderzoeksrapport heeft opgesteld, waaruit zou blijken dat 40.000 studenten frauderen met hun beurs. Staatsseceretaris Van Bijsterveld van Onderwijs zegt naar aanleiding van recente persberichten dat ‘naar ruwe schatting’ de fraude in de ‘tientallen miljoenen’ kan lopen. Concrete cijfers hebben ze dus niet.Om dit allemaal te controleren start begin mei in Amsterdam een campagne van het Ministerie van Onderwijs, met name de Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen de IB groep) en de gemeente Amsterdam om vele studenten thuis te bezoeken. Volgens een persbericht van het Ministerie van Onderwijs gaat het hierbij om een proef. Wat betreft de gemeente Amsterdam zullen de huisbezoeken en de controles worden uitgevoerd door controleurs van de afdeling handhaving van de Dienst Persoons en Geo informatie. Dat is de dienst die de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) beheert. http://www.dpg.amsterdam.nl/
Daarbij zal worden gecontroleerd of studenten, die in de gemeentelijke basisadministratie hebben aangegeven ergens te wonen, daar ook daadwerkelijk wonen. Alle studenten (MBO, HBO, Wetenschappelijk Onderwijs) die studiefinanciering ontvangen zijn verplicht zich in te schrijven bij de gemeentelijke basisadministratie. Voor uitwonenden geldt bovendien dat hun GBA adres niet overeen mag komen met dat van de ouders. Of een van de ouders. Volgens het persbericht van het Ministerie zal bij de controles gebruik worden gemaakt van ‘nieuwe methoden van opsporing’. Wat die nieuwe methoden zijn vermeldt het persbericht niet. Net als in Amsterdam bij de Dienst Werk en Inkomen gaat men in de toekomst werken met zogenaamde ‘risico-profielen’. Waarbij de populatie wordt ingedeeld op basis van bepaalde kenmerken zoals leeftijd, aard van de studie, woonplaats, woonwijk, etc. Door statistische bewerkingen zouden daardoor fraudeurs sneller kunnen worden opgespoord, omdat men zich richt op degenen, die aan bepaalde kenmerken voldoen waarbij studenten met die kenmerken vaker frauderen dan anderen. Dergelijke methodisch-statistische onderzoeken om risicoprofielen op te stellen zijn voor de Dienst Werk en Inkomen uitgevoerd door wetenschappers van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Gemeenteraadsleden in Amsterdam hebben vertrouwelijk inzage gehad in de risicoprofielen om te bepalen of er geen sprake was van discriminatie. Deze profielen zijn echter verder geheim. Het summiere persbericht van het ministerie en de informatie in de pers roept vooralsnog verschillende vragen op. Zo zou er extra worden gelet op studenten, die in dezelfde straat wonen als hun ouders. En men selecteert huizen waar veel studenten wonen. Hier stuiten we op dezelfde moeilijkheden als bij de huisbezoeken aan bijstandsgerechtigden, wanneer men daarvan poogt vast te stellen of ze ergens daadwerkelijk wonen, nl dat je niet alleen zeer diep moet graven in het priveleven van de betrokkene, maar dat de gevonden gegevens multi-interpretabel zijn en tot arbitraire beslissingen kunnen leiden. Wannneer en op basis van welke gegevens stel je vast dat een student die in dezelfde straat woont als zijn of haar ouders, in feite bij die ouders woont? De tweede vraag is wat op dit moment de sancties zijn als je een huisbezoek weigert. Dat is onduidelijk. Het persbericht van het ministerie vermeldt, dat de Wet studiefinanciering zal worden gewijzigd en dat in de wet zal worden opgenomen, dat er een verzwaring komt voor de bewijslast van de studenten, boetes, terugvordering van teveel ontvangen geld en uiteindelijk zelfs stopzetting van de beurs. Blijkbaar is dat nog niet in de wet opgenomen. Dit zou pas met ingang van het studiejaar 2011-2012 het geval zijn. Hoe kan dan nu een huisbezoek worden afgedwongen op straffe van stopzetting van de beurs? Duidelijk is dat deze nieuwe maatregelen zullen leiden tot een groot aantal juridische procedures, waarbij de wettelijke grondslag van die huisbezoeken vaag is. Het ministerie heeft aangekondigd, dat na mei 2010 de proef navolging krijgt in oa Den Haag, Rotterdam, de regio Twente en Noord-Holland Noord. Vermoed men daar meer fraude dan bv in Maastricht of Tilburg of Wageningen? Nog voor de zomer zullen in totaal meer dan duizend huizen waarin studenten wonen zijn bezocht. Piet van der Lende |