De Brenner-these

Een belangrijke correctie op de twee bovengenoemde modellen werd in de jaren tachtig aangebracht door de Amerikaanse historicus Robert Brenner. [1] Als neo-marxist zag hij bij de laatmiddeleeuwse transitie een sleutelrol weggelegd voor de zogenaamde social property systems. Daaronder verstaat hij onder meer de wijze waarop het grondbezit in een bepaalde regio was verdeeld, de wijze waarop de grond in juridische zin werd geëxploiteerd en de manier waarop het in een regio aanwezige agrarische surplus werd verdeeld. De geheel verschillende wijze waarop vrije boeren, pachters, erfpachters dan wel grootgrondbezitters greep hadden op de belangrijkste productiefactor in hun tijd, te weten de grond, bepaalde volgens hem in hoge mate hun strategische keuzen. Uit vergelijkende studies van deze social property systems voor meerdere landen of regio’s blijkt volgens hem ondubbelzinnig de doorslaggevende rol die dergelijke systemen hebben gespeeld in de economische ontwikkeling van Europese landen en de zich daarin bevindende regio’s. Hoewel over deze Brenner-these een langdurig en heftig debat heeft gewoed, heeft Brenners benadering toch een belangrijk aspect toegevoegd aan de bovengenoemde neomalthusiaanse en centrum-periferie modellen.



[1]Brenner, 1982, 1986.