Collectieve ziektekostenverzekeringen gaan op termijn verdwijnen

Kliniek van het Mentrum in Amsterdam. Door concurrentie zou de bureaucratie in de zorg minder moeten worden, maar in de praktijk wordt die alleen maar groter.

Op dit moment lopen de onderhandelingen van verschillende gemeenten met de zorgverzekeraars voor Collectieve ziektekostenverzekeringen die gemeenten voor de minima afsluiten. En een sombere conclusie kan nu al worden getrokken: deze contracten met ziektekostenverzekeraars gaan op termijn verdwijnen. De ziektekostenverzekeraars willen van de collectieve kortingen af en er is nu al in 80 gemeenten geen collectieve verzekering meer. Nu zijn 2 op de 3 Nederlanders collectief verzekerd bij 51.000 polissen.


Ook de regering wil van de collectieve verzekeringen af. De korting die verzekerden ontvangen op hun collectieve zorgverzekering is nep. Dat stelt minister Bruno Bruins van Medische Zorg. Hij wil voor 2020 een einde maken aan deze praktijken en de zorgverzekering voor iedereen transparanter maken. De collectieve zorgverzekering wordt in 2020 aan banden gelegd. Het argument is, dat de Collectieve korting een sigaar uit eigen doos is. Verzekeraars stellen dat het collectief inkopen van zorg een financieel voordeel oplevert die wordt doorgerekend aan de verzekerden. Maar dit voordeel wordt volgens Bruins in de praktijk helemaal niet bereikt. Het collectieve voordeel dat verzekerden kunnen krijgen op een basisverzekering is dus nergens op gebaseerd.

Zorgverzekeraars geven korting op een polis die van zichzelf al relatief duur is. Voor de klant is dat op het eerste gezicht aantrekkelijk, maar het levert geen voordeel op. Een lokkertje om klanten te winnen. Allereerst wil Bruins een einde maken aan de fictieve korting van verzekeraars. Daarom mag per 2020 de collectieve korting op een basisverzekering maximaal 5 procent bedragen. Nu is dat nog 10 procent.

Verder moeten zorgverzekeraars duidelijk laten zien:

Welke zorgverzekeringen nagenoeg identiek zijn binnen een concern

Op welke zorgpolis de collectieve korting wordt toegepast

Wat deze verzekering kost en of de korting wel ‘echt’ is.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gaat strenger controleren op de transparantie-eisen die aan verzekeraars gesteld worden. Het moet voor verzekerden dan gemakkelijker worden om zorgverzekeringen te vergelijken.

De korting die verzekeraars mogen toepassen op de aanvullende zorgverzekering blijft onveranderd. Dat komt omdat deze verzekeringen particulier worden aangeboden.

De ontwikkelingen in Amsterdam

In gesprekken met wethouder Vliegenthart in 2017 stelde de Bijstandsbond al aan de orde, dat er verslechteringen zaten in de nieuwe contracten die de gemeente met Zilveren Kruis afsloot. De gemeente Amsterdam heeft voor de jaren tot ern met 2018 bij ziektekostenverzekeraar Zilveren Kruis voor minima in de hoofdstad de zogenaamde collectieve zorgverzekering Amsterdam afgesloten. Maar minima die deze verzekering hebben afgesloten krijgen voor 2018 te maken met een forse stijging van de premie.

Tot 2017 kregen de minima een collectiviteitskorting van 7,5 % op de basisverzekering. In 2018 krijgen de minima nog maar een collectiviteitskorting van 3,5 %. Dat betekent dat de individuele verzekerde dus 4 % collectiviteitskorting misloopt.

Wij vroegen ons in dit verband af, of wel voldoende scherp wordt onderhandeld met Zilveren Kruis, wij hadden de indruk dat het allemaal nogal vanzelfsprekend en automatisch gaat, eerst was er ZAO Amsterdam, toen Agis en nu Zilveren Kruis. Is er onderzocht of er andere, concurrerende ziektekostenverzekeraars zijn die goedkoper zijn en waarom is de collectiviteitskorting zo omlaag gegaan? Een bezuiniging?. Zilveren Kruis zegt zelf dat de collectieve verzekering Amsterdam niet kostendekkend is, en dat ze in overleg met de gemeente hebben besloten de collectiviteitskorting te verlagen, omdat anders de premies voor andere verzekerden te hoog worden. Met andere woorden: Zilveren Kruis heeft de korting verlaagd omdat ze dan extra goedkoop kunnen zijn in de concurrentie met andere verzekeringen.

De  reactie van de gemeente op onze interventie was, dat het onderzocht zou worden, met name op basis van het feit, dat er voor 2019 een openbare Europese aanbesteding zou worden uitgevoerd. Maar dit bood geen soulaas.

In de raadscommissie werk en inkomen van 5 september 2018 werd het volgende duidelijk. De onderhandelingen over een nieuwe ziektekostenverzekering voor 2019 verliepen moeizaam. De Europese aanbesteding leverde slechts één inschrijver op…… dus Zilveren Kruis. Dat maakte de onderhandelingen moeilijk. Het concurrentieprincipe werkte hier dus duidelijk niet. Zorgverzekeraars behalve Zilveren Kruis hebben de Amsterdamse aanbesteding geboycot. Zo kan Zilveren Kruis de truc toepassen: een extra dure verzekering en dan zogenaamd korting geven en andere verzekeraars kunnen dat dan weer in andere regio’s. Toch heeft Amsterdam voor 2019 een verzekering kunnen afsluiten. Maar het is de vraag, of dit in 2020 weer kan, en wat daar dan eigenlijk de voordelen van zijn.

conclusie

De theorie was dat concurrentie tussen zorgverzekeraars de premie verlaagt en de kwaliteit verhoogt. Want daarmee weten zij meer verzekerden aan zich te binden. Deze theorie is niet bevestigd. Immers, na 2006 trad in Nederland geen trendbreuk op in de kostenontwikkeling. Nederland behoort tot de duurste Europese landen op het gebied van gezondheidszorg. In ons land staan verder concurrentie en de noodzaak tot meer samenwerking en integratie op gespannen voet. Concurrentie tussen zorgverzekeraars moet beperkt en op termijn afgeschaft. Grote winsten verdwijnen in de zakken van de zorgverzekeraars door het falen van de concurrentie. De gezondheidszorg is nu duur en slecht georganiseerd. De krampachtige pogingen voor 2020 van deze rechtse regering de concurrentie wel te laten werken door meer transparantie zullen falen.