De Bijstandsbond heeft een zwartboek geschreven over hoe het beleid van wethouder Groot Wassink in Amsterdam in de praktijk uitpakt. Het beleid van de wethouder wordt ook wel de ‘cohortaanpak’ genoemd. Bijstandsgerechtigden worden ingedeeld in cohorten van 1500 personen in de stadsdelen. Men werkt de cohorten af door alle bijstandsgerechtigden in een bepaald gebied op te roepen, ook de mensen die zijn vrijgesteld van de sollicitatieplicht om medische of sociale redenen. Het gaat om een nieuwe aanpak. De oude trede indeling wordt losgelaten. (de indeling van bijstandsgerechtigden op de participatieladder van vrijstelling van de verplichtingen om te re-integreren tot trajectbegeleiding). Er wordt gekozen wordt voor een nieuwe strengere ‘integrale’ aanpak. In het zwartboek delen wij de ervaringen met de cohortaanpak in de afgelopen twee jaar. Wij behandelen eerst wat de cohortaanpak inhoudt. Daarna gaan wij in op praktijkvoorbeelden van mensen die zijn vrijgesteld van de sollicitatieplicht en hoe die bijstandsgerechtigden behandeld worden. Over het algemeen wordt geen rekening gehouden met de wensen en mogelijkheden van betrokkene. Klantmanagers gaan aan het dossier en de achtergronden van de bijstandsgerechtigde voorbij en ventileren aan het begin van het gesprek al dat de bijstandsgerechtigde in een traject richting betaald werk moet, door bijvoorbeeld te solliciteren of gekoppeld te worden aan een jobhunter. In de brieven vooraf met een uitnodiging voor een gesprek wordt al gezegd dat de betrokken bijstandsgerechtigde naar werk moet worden begeleid. De brieven en de gesprekken leiden tot veel frustraties, angsten, woede en stress bij de bijstandsgerechtigden die zich weer van voren af aan moeten verdedigen. Bij degenen, voor wie betaald werk te hoog gegrepen is, wordt soms druk uitgeoefend dat men vrijwilligerswerk moet gaan doen, ook als betrokkene erg ziek is hoewel de wethouder heeft gezegd dat hij de verplichte tegenprestatie niet gaat uitvoeren.
Na te zijn ingegaan op de samenwerking van de sociale dienst (WPI) met andere organisaties zoals de buurtteams gaan we in op de strenge aanpak in het algemeen. Bijstandsgerechtigden die tegen de AOW aanzitten worden onder druk gezet te solliciteren, voorbijgaand aan hun belemmeringen, met bijvoorbeeld minimaal 5 sollicitaties in de week. Tegen bijstandsgerechtigden die om wat voor reden dan al langer in de bijstand zitten, en die al meerdere vruchteloze re-integratietrajecten achter de rug hebben, wordt gezegd: ‘de bijstand is een tijdelijke noodvoorziening en: als je vrijwilligerswerk kunt verrichten kun je ook werken’. Een van de klantmanagers verontschuldigde zich. Ze zei: ‘in het kader van de cohortaanpak moeten er 10.000 uit, ik kan er ook niks aan doen’. De vacatures waarmee geschermd wordt bevatten vaak geen essentiële informatie met loonhoogte of adequate omschrijving van de taken en er is geen contactadres waar je naartoe kunt bellen om informatie. Alles moet via de jobhunter lopen.
Er is sprake van een carrousel van ‘proefplaatsingen’ en “leertrajecten”, waar zonder loon productief gewerkt wordt. Het blijkt dat alle trajecten bestaan uit eerst drie maanden onbetaald werk en daarna kans op slechts een halfjaar 24 uur per week betaald werk vaak tegen het minimumloon. Die kans op een tijdelijk minibaantje geeft de werkzoekende echter maar één zekerheid: Hij zal zes tot negen maanden aan het werk zijn en kosten maken, zonder in staat te zijn ook maar iets aan rekeningen af te betalen.
In het laatste deel van het zwartboek wordt ingegaan op het neoliberale arbeidsmarkt beleid. Daarbij is alles gericht op de individuele aanpak, waarbij het gaat om disciplinering; de werkloze moet worden bijgeschaafd en onder druk gezet om te voldoen aan de eisen van de werkgevers omtrent inzetbaarheid, loonhoogte en arbeidsvoorwaarden die vaak slecht zijn. Creatie van werkgelegenheid middels het scheppen van banen is er nauwelijks.
Piet van der Lende