Op 24 maart heeft Marijnissen van de Socialistische Partij in het wekelijks vragenuurtje van de Tweede kamer vragen aan minister Melkert gesteld over de schending van privacy door arbeidsbureau’s en de privatisering van de arbeidsbemiddeling.
Er is veel te doen geweest over een brief die het arbeidsbureau naar alle werkzoekenden stuurde. In de brief stond, dat het arbeidsbureau informatie die ze van je hadden wilde doorgeven aan oa uitzendbureau’s. Je kon bezwaar maken tegen het doorgeven van deze prive-gegevens. Deed je dit niet, dat werden de gegevens doorgegeven. Wat dit betreft konstateerde Marijnissen, dat er zich een soort kwartetspel ontwikkelt, waarbij uitzendbureau’s en arbeidsbureau over en weer met informatie van werkzoekenden gaan schuiven. Marijnissen kreeg een vieze smaak in de mond van het voorstel. Hij stelde de minister verschillende vragen.
Wordt de privacy van de werkzoekende niet geschonden? Kan iemand die zich inschrijft bij een arbeidsbureau onder druk gezet worden?. Wellicht komen er zelfs sancties, indien iemand niet meewerkt aan het uitleveren van zijn persoonlijke gegevens?. Start en Vedior beschikken al over de gegevens van werkzoekenden die zijn ingeschreven bij het arbeidesbureau.
Hoe kan dat?
De minister heeft hier geantwoord, dat Marijnissen er maar aan moet wennen dat publiek en privaat meer zullen gaan samenwerken op het gebied van arbeidsbemiddeling. Verder geeft de minister nauwelijks antwoord op de gestelde vragen. Niet over mogelijke sancties als iemand niet wil dat zijn gegevens worden doorgegeven, en niet over het feit, dat Start en Vedior nu al beschikken over de gegevens.
Marijnissen citeert een brief van de Registratiekamer, waarin staat: “Het is de registratiekamer echter gebleken dat ook gegevens van diegenen die uitdrukkelijk bezwaar hebben gemaakt, worden verstrekt aan uitzendbureau’s binnen het samenwerkingsverband”. Blijkbaar gebeurt het gewoon, of je daarvoor wel of geen toestemming hebt gegeven. Marijnissen herhaalt aan de hand van brief van een advokaat uit Roermond nog eens, dat de werkzoekende bezwaar kan maken, en dat de gegevens worden doorgegeven als de werkzoekende dat niet doet.
Dit zou anders moeten. Er zou gevraagd moeten worden of men het goed vindt, dat de gegevens doorgestuurd worden en niet dat de gegevens doorgestuurd worden als men niet reageert. Het arbeidsbureau rechtvaardigde de handelwijze met de volgende tekst: “dat het vragen van schriftelijke toestemming praktisch niet goed uitvoerbaar is en een belemmering vormt voor effectieve uitwisseling van gegevens met andere intermediairs, zoals uitzendbureau’s.” De minister heeft oa
geantwoord, dat er binnenkort een rapport van de Registratiekamer zal verschijnen, waar op deze kwestie wordt ingegaan.
Over de uitwisseling van gegevens tussen arbeidsbureau’s en bedrijven verscheen een gedegen artikel in het maandblad Doen van Robert Loeber. Het artikel werd ookgepubliceerd in Kleintje Muurkrant uit Den Bosch.