Deze brochure gaat over de geschiedenis van de Werklozen Belangen Vereniging Amsterdam (WBVA) in de afgelopen vijftien jaar. Daarnaast besteed ik aandacht aan de voorloper van de vereniging, het Amsterdams Werklozen Comite. Bij het schrijven van deze brochure kreeg ik met verschillende moeilijkheden te maken. Het bleek, dat het archief van de vereniging voor een groot gedeelte een chaos was. Vele meters papier, die niet geordend waren. In de loop der jaren hebben verschillende vrijwilligers en/of beroepskrachten
meer of minder ambitieuze plannen opgezet om het archief te ordenen, maar al deze plannen lijken na een aanvankelijk ongetwijfeld enthousiast begin te zijn gestrand. Bij iedere nieuwe poging werd een nieuw systeem bedacht, en een klein gedeelte volgens dit systeem geordend. In 1987 werd het meest ambitieuze plan opgezet, nl een knipselarchief over alles wat met werkloosheid en uitkeringen te maken heeft, toegankelijk te maken door een systeem van trefwoorden, ingevoerd in de computer. Het leidde tot de ordening van ongeveer drie meter archief, geordend in mappen die van titels zijn voorzien. Na de stopzetting van de subsidie door de gemeente Amsterdam is echter ook dit project ter ziele gegaan. Wel zijn er nu enkele vrijwilligers, die kranten bijhouden en de knipsels onderbrengen in de verschil-lende mappen, zodat het archief wat dit gedeelte betreft enigzins toegankelijk is. De rest is zoals gezegd of een chaos, of er zit enig systeem in door het feit, dat met name de Vrouwen Steun Groep papieren naar aanleiding van haar aktiviteiten onderbracht in afzonderlijke mappen. Het viel niet mee, om op basis van dit archief een lopend verhaal te maken over de geschiedenis van de vereniging.
Verder is het zo, dat in 1979 in de zomer of vlak ervoor, het pand waar de WBVA gevestigd was, in de Lutmastraat, door brand werd verwoest. Veel materiaal is daarbij waarschijnlijk verloren gegaan. Dit zal de oorzaak zijn van het feit, dat over de periode van voor 1979 vrij weinig in het archief terug te vinden is. Ik moest me voor die periode vooral baseren op de landelijke aktiekrant werklozen, waarvan alle jaargangen nog aanwezig zijn, en daarnaast een kleine verzameling pamfletten en affiches. Verder heb ik voor deze periode gebruik gemaakt van krantenartikelen en her en der materiaal verzameld, oa uit het archief van de Vereniging Bijstandsbond Amsterdam, van individuele personen en van het gemeentearchief. De tijd ontbrak mij echter om uitgebreid op zoek te gaan naar materiaal.
bestaande geschiedschrijving
Ik stelde mij in het begin voor, met name aandacht te besteden aan de WBVA, maar allengs bleek mij, dat de geschiedenis van de WBVA en van het AWC nauw verbonden is met landelijke ge-beurtenissen en het landelijk beleid van de overheid, met name in de zeventiger jaren. De redaktie van de aktiekrant werklozen was in Amsterdam gevestigd, in het pand van het AWC en later de WBVA, en ook vele bestuursleden van de landelijke organisatie waren uit Amsterdam afkomstig, vele akties werden vanuit Amsterdam opgezet. Maar ook in de tachtiger jaren waren er kontakten met landelijke organisaties. Bovendien waren de meeste akties van de WBVA een reaktie op landelijke ontwikkelingen. In deze brochure komen daarom maatregelen van de landelijke overheid ook ter sprake. Ik ben daarbij echter wel steeds uitgegaan van de Amsterdamse inbreng. Dit betekent, dat voor wat betreft de landelijke ontwikkelingen en de ontwikkelingen in andere plaatsen een vertekend beeld ontstaat.
Ik heb vooral aandacht besteed aan die overheidsmaatregelen, die tot verzet van uitkeringsgerechtigdengroepen hebben geleid. Een en ander betekent, dat bijvoorbeeld allerlei beleidswijzigingen bij de Gemeentelijke Sociale Dienst of het Arbeidsbureau slechts summier aan de orde komen, wanneer daar niet of nauwelijks op werd gereageerd. Ik kon me voor een landelijk beeld nauwelijks baseren op wat anderen voor mij daarover geschreven hadden. De geschiedschrijving van belangenorganisaties van uitkeringsgerechtigden in de afgelopen twintig jaar verkeert nog in een beginstadium. De beschrijving van wat uitkeringsgerechtigdengroepen binnen en buiten de grote vakbonden nu wel hebben gedaan is magertjes vergeleken bij de uitgebreide wetenschappelijke onderzoekingen naar het gedrag van werklozen en andere uitkeringsgerechtigden, die niet in aktie zijn gekomen.
De belangrijkste studies die zijn verschenen hebben betrekking op de strijd tegen de voordeurdelerskortingen (van den Oord), de strijd van de comite’s Vrouwen in de Bijstand in de jaren 1982/1983 en een brochure over de geschiedenis van Unitas uit Nijmegen. Verder werden door enkele landelijke organisaties korte overzichten uitgegeven. Door de enigzins eenzijdige geschiedschrijving over de belevingswereld van uitkeringsgerechtigden ontstaat een vertekend beeld. Benadrukt wordt in veel studies dat werklozen en WAO-ers passief zijn, niet in aktie komen, meestal omdat het werkloos zijn een te negatief begrip is om mensen op te orga-niseren. Bovendien zouden de meeste uitkeringsgerechtigden een traditioneel arbeidsethos hebben, waarbij ze eerst verwoede pogingen doen om aan het werk te komen, waarna ze in passiviteit vervallen en de hand lichten met de regels die de overheid heeft gesteld. Het kan niet worden ontkend, dat massa-akties van werklozen in de zin van massale demonstraties en grote belangenorganisaties met veel leden zijn uitgebleven. De WBVA had eind zeventiger jaren ongeveer 1500 leden. Toch lijkt dit beeld wel te moeten worden genuanceerd. Er is in de loop der jaren een veelheid van lokale groepen ontstaan, die allerlei aktiviteiten ontplooiden, van alternatieve werkvormen tot individuele en collectieve belangenbehartiging. Deze groepen blijven in de officiele geschiedschrijving buiten beeld. Hoewel akties van werklozen wel in de publiciteit zijn gekomen, is dit toch beperkt; lokale aktiviteiten van allerlei groepen gaven maar zelden aanleiding tot sensationele reportages in de kranten.
De beweging van uitkeringsgerechtigden wordt momenteel gekenmerkt door een zoektocht naar nieuwe aktiemethoden en mogelijkheden van beinvloeding van het overheidsbeleid. Ik hoop met dit boekje over de geschiedenis van de werklozenbeweging een bijdrage te leveren aan die diskussie; je rekenschap geven van wat anderen in het verleden hebben gedaan kan leiden tot nieuwe argumenten en aktiviteiten.
nadere probleemstellingen
Wat de geschiedenis van het AWC en de WBVA betreft heb ik mij vooral gericht op de volgende vragen:
2. Welke organisatievormen koos men om de doelgroep te berei-ken en hoe definieerde men die doelgroep?
3. Welke coalities streefde men na, om de gestelde doelen te bereiken?