Volgens een recente brief van achttien landelijke hulporganisaties aan alle gemeenteraden raken steeds meer mensen in financiële problemen. Maar armoedebestrijding is niet gebaat bij de vrijwel nietszeggende inhoud van hun brief.
In 2012 behoorden ruim 1,3 miljoen (8,4 procent) mensen tot een huishouden met een laag inkomen, waaronder 391.000 (11,8 procent) kinderen. Iets meer dan een op de zes Nederlandse huishoudens (17,2 procent) liep in dat jaar een risico op problematische schulden, had die schulden al of zat in een schuldhulpverleningstraject. Vanwege een laag inkomen en flinke schulden worstelen deze armen dagelijks met het probleem hoe ze rond kunnen komen en hoe ze mee kunnen blijven doen aan de samenleving. Soms verliezen mensen zelfs een dak boven het hoofd. De hulporganisaties vinden dat niemand als gevolg van zijn financiële situatie buiten spel mag staan, zeker kinderen niet.
Na deze schrijnende vermelding van de feiten doen de organisaties in hun brief de nogal vrijblijvende oproep dat armoedebestrijding en schuldhulpverlening in de nieuwe collegeprogramma’s van gemeenten prioriteit moet krijgen. Uiteraard zullen alle gemeenteraden benadrukken dat het bij hen “de allerhoogste prioriteit” heeft. De VVD voorop. Maar hoe of wat, welke maatregelen er moeten worden genomen en wat een goed beleid is, daar laat de brief zich niet over uit. En vanzelfsprekend plaatsen de organisaties die de brief hebben ondertekend, zoals de Sociale Alliantie, de Voedselbanken, Cordaid, het Leger des Heils en Kerk in Actie, zichzelf in het zonnetje. Ze geven aan dat er toch vooral wel met hen moet worden samengewerkt, dat ze al veel doen en dat ze samen met gemeenten een bijdrage kunnen leveren aan de armoedebestrijding.
De organisaties stellen vast dat gemeenten gelukkig meer geld krijgen voor armoedebestrijding. Maar dat optimisme is nogal misplaatst. Want gemeenten krijgen allerlei taken toegeschoven van de rijksoverheid die ze juist met minder geld moeten uitvoeren. De brief van de organisaties had net zo goed niet geschreven kunnen worden. Dit soort nietszeggendheid krijg je als de breedte van de samenwerking het belangrijkste is en de inhoud wordt gereduceerd tot een waterige tekst waarin armoede en de bestrijding ervan ernstig wordt gedepolitiseerd. Iedereen kan zich wel vinden in de brief, van de PVV tot de SP. En dat is nu precies ook het probleem. Ondertussen groeit de kloof tussen arm en rijk en zit de onderkant van de samenleving in de hoek waar de klappen vallen.