Na de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar is de SP, oppositiepartij bij uitstek en verbonden met sociale bewegingen en de vakbonden, in veel gemeenten toegetreden tot de bestuurscolleges. Een voorbeeld is Amsterdam. Het blijkt dat de SP in veel gevallen verstrikt raakt in een parlementaire politiek van geven en nemen en een streven naar compromissen.
Net als bij de politiek van de PvdA worden deze compromissen verdedigd tegenover sociale bewegingen en vakbondsgroepen die verdergaande eisen willen stellen. In Amsterdam heb ik vanuit het actiecomité DwangarbeidNee, onderdeel van landelijk verzet, ervaren hoe dit werkt. Eerst verzetten wij ons in een coalitie met de SP om het dwangarbeidscentrum van Herstelling aan de Laarderhoogtweg gesloten te krijgen en keerden we ons tegen het werken zonder loon dat in Amsterdam de vorm kreeg van participatieplaatsen. Wat is de situatie nu?
Neo-liberale politiek
SP-wethouder Arjan Vliegenthart is met een plan gekomen: 425 tijdelijke “perspectiefbanen” van een half jaar voor de vijftigduizend werklozen en invoering van “leerwerkstages” die in feite niets anders zijn dan een voortzetting van de oude participatieplaatsen. En wanneer wordt het dwangarbeidcentrum gesloten? “Geduld”, zegt de wethouder, “het gaat zeker nog deze collegeperiode gebeuren”. De SP is in feite de neo-liberale wegen opgegaan in de bestrijding van de werkloosheid. Wat zijn daarvan de belangrijkste kenmerken?
1. Rigoureuze bezuinigingen op specifieke beleidsterreinen, zoals de gezondheidszorg, het onderwijs, de sociale zekerheid en de sociale woningbouw. Invoering van marktwerking op deze beleidsterreinen door middel van privatisering van overheidsdiensten en de creatie op afstand van niet democratisch controleerbare bestuursinstellingen die de bevoegdheid krijgen zich door heffingen te financieren.
2. De invoering van een sociaal panopticum voor een beperkte groep in de samenleving die niet kan of wil voldoen aan het ideaal van de “homo economicus”, de rationeel handelende consument en arbeidskracht die altijd voor zichzelf de meest efficiënte en goedkope oplossing zoekt. Deze zelfcontrole raakt echter steeds meer mensen – ook die in het concurrentiesysteem niet buiten de boot vallen – onder andere als gevolg van wat terrorismebestrijding heet. Iedereen krijgt ermee te maken, iedereen moet altijd overal zichtbaar en controleerbaar zijn. Essentie van de verdediging van de neo-liberale politiek en daarbinnen van de werkloosheidsbestrijding is dat er geen faciliteiten worden verschaft om vooruit te komen. Op de reïntegratiegelden, cursussen Nederlands, leren lezen en schrijven enzovoorts, wordt juist flink bezuinigd. Om de mensen toch mee te krijgen in de carrousel van op de markt opererende individuen, wordt het sociaal panopticum opgetuigd met strengere controles en bureaucratische drempels bij de toegang tot de sociale zekerheid. Niet voldoen aan de normen van concurrentie en de zucht naar eigenbelang worden streng gestraft.
3. De bezuinigingen gaan gepaard met decentralisatie van de uitvoering en beperkte beslissingsbevoegdheden. De centrale overheid stuurt indirect op basis van een door haar vastgestelde budgetpolitiek. Dat geeft de financiële kaders aan, waarbinnen bijvoorbeeld de gemeenten moeten opereren.
De drie meest recente decentralisaties zijn de hervorming van de jeugdzorg, afbouw van de AWBZ, privatisering van de gezondheidszorg en invoering van de Participatiewet. Kern van de “transitie” op deze terreinen: meer lokaal maatwerk, waarbij in een onderhandelingsproces tussen cliënt en hulpverlener wordt vastgesteld wat de beste oplossing is. Om een voorstander van dit systeem te citeren: “Vroeger in de oude doorgeschoten welvaartsstaat had je nationaal geformuleerde rechten, waarop je een beroep kon doen, nu is er maatwerk in een onderhandelingsproces.” In “keukentafelgesprekken” en “gesprekken” met ambtelijke uitvoerders van de bezuinigingen moeten de rechteloos geworden hulpzoekenden als rationeel handelende, het eigenbelang nastrevende individuen maar zien dat ze de voorzieningen krijgen die ze nodig hebben.
Geen breed verzet
Hoe kan het dat een politiek van rigoureuze bezuinigingen, decentralisatie van het beleid, afbraak van rechten, enzovoorts, onder de regering Rutte zonder massaal breed verzet kan worden uitgevoerd? Terwijl, volgens mij, de meerderheid van de bevolking het er niet mee eens is? Eerder lukte het niet. De Wet Werken naar Vermogen, de voorganger van de Participatiewet, kon niet worden ingevoerd vanwege politieke strubbelingen. De kostendelersnorm werd weer ingetrokken. Het vorige kabinet (zonder PvdA) onderhandelde met de gemeenten over een bestuursakkoord om op verschillende beleidsterreinen decentralisaties door te voeren. Dat bestuursakkoord kwam er niet door verzet van met name PvdA-bestuurders in de lagere overheidsorganen. Heet hangijzer: er wordt te weinig geld beschikbaar gesteld voor de gemeenten om de decentralisaties uit te voeren.
En toen kwam er een nieuwe regering, nu met de PvdA. Uitgangspunt werd – zoals al langer bij sociaal-democraten die in de regering stappen – : als wij wat geld krijgen voor de bestrijding van de ergste armoede en om de bezuinigingen op te vangen die de ‘zwakste groepen’ enigszins ontzien, dan stemmen wij in met de structurele hervormingen die de liberalen voorstellen.
Straffe individualisering
De SP omarmt vandaag deze sociaal-democratische politiek in de colleges, waarbij ze voor armoedebestrijding extra geld uittrekt dat niet in verhouding staat tot de omvang van de bezuinigingen die de centrale overheid uitvoert. De SP-wethouders, Vliegenthart voorop, kiezen niet voor een beleid dat gericht is op bestrijding van de werkloosheid door op grotere schaal banen te creëren. Ook werken ze niet aan een ander regime met faciliteiten voor de mensen die nooit meer zullen werken. Nee, daar is geen geld voor.
Ze streven ernaar, geheel volgens de neo-liberale politiek, om werklozen “vaardigheden” bij te brengen in disciplineringstrajecten om mee te kunnen in de concurrentiestrijd om de schaarse banen. En wie niet aan de normen voldoet, wordt gestraft. Het gaat om “employability”, persoonlijke eigenschappen van de werkloze en zijn of haar gedrag en karaktereigenschappen, waarbij de oorzaak van de werkloosheid gezocht wordt in kenmerken van het individu en niet in het feit dat er domweg veel te weinig banen zijn.
Vandaar weer de paar “leerwerkstages”. De “perspectiefbanen” worden gepresenteerd als werkschepping, maar zijn het niet en passen geheel in de neo-liberale politiek. De discussie in de gemeenteraad met de liberalen ging er onder meer over dat die banen niet te lang mogen duren, mensen moeten er niet in blijven “hangen”, maar doorstromen. Alles moet stromen op de arbeidsmarkt. Van flexibele arbeidskrachten die zich steeds aanpassen aan de zich veranderende eisen van de markt en de werkgevers. Voor ieder rot baantje moet je meteen klaarstaan. En zo niet, dan volgen strenge sancties. De uitvoeringsorganisatie van de gemeente is hierop al ingericht. Ze gaat gewoon door met het “uitrollen” van deze neo-liberale politiek, als voortzetting van de vorige colleges, onder andere met wethouders van GroenLinks.
Vliegenthart is in de discussie nu ook gefocust op “de mensen die niet willen”. Wat moet je ermee, moeten daar toch maar disciplineringstrajecten voor komen? En moet het strenge systeem van sancties toch maar worden gehandhaafd? Want dat is de oorzaak van de werkloosheid, nietwaar? Hoezeer de SP-ers ook met de mond belijden dat er te weinig banen zijn, en hierover ferme vragen stellen in het parlement, in de colleges voeren ze hun beleid geheel uit in de traditie van de compromispolitiek van de sociaal-democraten. “We doen niets, of we doen dit”, aldus Vliegenthart.
In andere gemeenten volgen SP-wethouders dezelfde politiek. In Eindhoven, waar twee gemeenteraadsleden uit de partij zijn gestapt, in Leiden, Pekela en Helmond, waar Vliegenthart als informateur optrad voor hij wethouder in Amsterdam werd. Daar is nadrukkelijk in het collegeakkoord de mogelijkheid opengehouden voor een verplichte tegenprestatie voor bijstandsgerechtigden die nooit meer betaald werk zullen verrichten.
Verdelende gevolgen
Je krijgt nu op lokaal niveau meteen met weerstanden te maken die ieder beginnend verzet tegen de neo-liberale politiek, werkend aan een compromis, neutraliseert. Mensen raken nog meer verdeeld dan ze al waren en reageren zo ook op de ontwikkelingen. Sommigen zoeken de weg van het overleg. Trachten de zittende lokale macht te overtuigen van hun gelijk, spreken in gedurende drie minuten in een commissie van de gemeenteraad, lobbyen, enzovoorst. Ze zijn op zoek naar een compromis met de liberalen en hopen in de onderhandelingen nog zoveel mogelijk uit het vuur slepen. En dan trots de resultaten in een propagandacampagne presenteren, als de liberalen wat kruimels hebben toegeschoven – zie je wel, lobbyen en parlementaire politiek werkt! Overigens met weglating van wat allemaal aan structurele punten is ingeleverd. Dit is de politiek die de SP in Amsterdam volgt.
Anderen wenden zich teleurgesteld af van de politiek en uiten hun machteloze woede in spreekkamers, onderling urenlang tegen elkaar praten over hoe slecht de wereld is zonder dat er verder iets uitkomt. Op Facebook worden de misstanden breed uitgemeten en in de publiciteit worden de ergste schandalen via interviews met slachtoffers voor het voetlicht gebracht zonder dat het verder consequenties heeft.
Weer anderen storten zich op de individuele hulpverlening. Gaan mee met “keukentafelgesprekken” of “gesprekken” met de sociale dienst, schrijven bezwaarschriften, enzovoorts. Weliswaar wordt door middel van een wildgroei aan “meldpunten” op velerlei beleidsterreinen getracht om misstanden te verzamelen en meer algemene conclusies te trekken. Maar een rapport komt even in de publiciteit, er wordt wat over gediscussieerd in de gemeenteraad, de liberalen doen hun zegje en alles blijft bij het oude. Zo draait iedereen rond in cirkels binnen de bestaande machtsverhoudingen, zonder dat er iets structureels verandert.
Ondertussen blijkt de uitvoerende (gemeentelijke) macht ongevoelig voor alle kritiek en misstanden die naar voren worden gebracht. Hierbij maken ze gebruik van het feit dat de gemeenteraad verdeeld is in wat meer links en rechts die samen een coalitie vormen. Wanneer die met elkaar onderhandelen en er even niet uitkomen, zegt de bureaucratie: laat het maar aan ons over, geef de ambtenaren meer bevoegdheden, wij lossen het wel op, wij zullen wel een weg uitstippelen waarmee iedereen het eens kan zijn. Dit is het mechanisme dat in Amsterdam tot uiting komt. En dat door de vereniging van Directeuren van Sociale Diensten (Divosa) wordt uitgedragen. Op misstanden die ontstaan door de nieuwe Participatiewet, reageerde de vereniging: geef ambtenaren meer bevoegdheden om maatwerk te leveren, om in individuele gevallen van de regels af te wijken. Oftewel, de willekeur van de negentiende-eeuwse charitas is terug in een ander jasje: je krijgt een aalmoes, maar misschien ook niet, dat hangt ervan af of het tussen ons “klikt”, of jij aan mijn normen voldoet en een beetje kunt onderhandelen.
Actiecomité DwangarbeidNee
Ons actiecomité gaat door met de strijd, met onder meer de volgende uitgangspunten.
1. Herpolitiseren van de problemen waarmee veel mensen te maken hebben. Laten zien hoe het beheerssysteem werkt. Aan de orde stellen dat niet de behandeling en bejegening door een ambtenaar de oorzaak van de problemen is, of de slechte eigenschappen van deze of gene, de kenmerken van een persoon en een discussie over het ‘goede’ of ‘slechte’ gedrag van individuen. Nee, de verdeling van rijk en arm, het bureaucratisch beheerssysteem, de actuele politiek, de massawerkloosheid. Alleen een versterking van de rechtspositie van de betrokkenen kan de situatie verbeteren. Aan de kaak stellen wanneer dit niet gebeurt, zoals in Amsterdam bij de werkzoekenden met de SP aan het roer. Het gaat erom dat mensen die hulp nodig hebben, kunnen onderhandelen vanuit een goede rechtspositie en de faciliteiten krijgen om vaardigheden te ontwikkelen om dat proces goed te voeren.
2. Effectief verzet voor een verbetering van de rechts- en inkomenspositie. Een werkelijk perspectief kan alleen komen van de mensen die het betreft, van een organisatie van onderop. De vele meldpunten en ook de individuele hulpverlening kunnen hierbij helpen, wanneer dit in een structureel verband gebeurt. Meer organiseren met de mensen die het aangaat. Dus bijvoorbeeld liever een hoorzitting opzetten met betrokkenen dan alleen door “bemiddelaars” klachten laten verzamelen die vervolgens een rapport opstellen, waarbij de bredere kaders van de neo-liberale politiek niet aan de orde komen.
Een goede vorm zou wat mij betreft de organisatie van “buitenparlementaire enquêtes” zijn, waarbij getuigen (ervaringsdeskundigen) verklaringen afleggen over misstanden en de verantwoordelijken in een openbare zitting ter verantwoording worden geroepen op basis van een vooronderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van een meldpunt.
Piet van der Lende
(Dit artikel verscheen eerder bij Solidariteit.)