In een artikel in de Volkskrant van 7 oktober formuleren de Tweede Kamerleden Halsema en Sap van Groen Links de volgende stelling: ‘het is ook onrechtvaardig dat mensen die vroeg beginnen met werken, vaak in zware beroepen, langer moeten doorwerken dan hoogopgeleiden. Hoogopgeleiden betalen later (en minder) AOW-premie, maar mogen net zo snel met pensioen als de bouwvakker die op zijn 18^e op de steiger staat’. Vervolgens komt er een sneer naar de SP die dit sociale onrecht bewust in stand zou laten met de eis 65 blijft 65. Groen Links wil een ‘flexibele AOW’ op basis van het aantal gewerkte jaren. Iemand die veertig jaar heeft gewerkt gaat op zijn 63 ste met pensioen. Een hoger opgeleide of bevoorrechte werknemer zou tot zijn 67 of 68^ste moeten doorwerken. Nou werkt een bouwvakker bijna nooit veertig jaar in betaald werk, dus Halsema en Sap willen, dat ook bij mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering of die onvrijwillig werkloos zijn, de jaren in de uitkering meetellen voor die veertig jaar.
Halsema en Sap vergeten even, dat het tegenwoordig bijna onmogelijk is om in de WIA te komen, dat alle sociale zekerheidsregelingen worden afgeknepen, en dat dus velen met zware beroepen in de bijstand terechtkomen. Of de jaren in de bijstand ook meetellen wordt in het artikel niet vermeld. Ik kom daar nog op terug. Een groot deel van die mensen die vanuit hun werk arbeidsongeschikt worden hebben na hun werk geen recht op bijstand vanwege bv een verdienende partner of teveel vermogen in bv een huis, dat ze moeten opeten. Die mensen vallen dus buiten de regeling van Groen Links, want ze hebben geen eigen inkomen. In het voorstel wordt verder het onderscheid tussen lichte en zware beroepen vertaald met: onderscheid tussen lager opgeleiden en hoger opgeleiden die altijd meer bevoorrecht zouden zijn. Onderscheid tussen lichte en zware beroepen is sowieso onzinnig, want hoe moet je dat meten, wat zijn de criteria? Heeft een bouwvakker wel een zwaar beroep, en een advocaat die gestressed van de ene naar de andere rechtszaak loopt niet? Om het zo te regelen moet je weer een peperdure controlebureacratie in het leven roepen, die iedereen gaat indelen. Halsema en Sap willen dus het onderschied lichte en zware beroepen anders invullen.
Maar ook het onderscheid tussen hoger en lager opgeleiden en het aantal gewerkte jaren in het Groen Links voorstel is onzinnig. In feite schemert door het voorstel ook het onderscheid tussen hand en hoofdarbeid. Handarbeid is zwaar, hoofdarbeid licht. In feite zeggen Halsema en Sap, dat studenten niet werken. Ze hoeven met hun tempobeurs tegenwoordig helemaal niet voluit aan de bak. Dus die hoeven helemaal niet op hun 65 ste met pensioen. Hier wreekt zich de eenzijdige mainstream-fixatie van Halsema op wat werk is. Als het betaald wordt, is het werk, en anders niet. In feite brengen studenten ook al een inkomensoffer, omdat ze jarenlang van een lage beurs moeten leven. (Als ze geen rijke ouders hebben die schuiven). Mensen die vanaf hun 20ste werken hebben soms al een redelijk salaris op jeugdige leeftijd. En als ze later advocaat of bestuurder zijn, zeggen Halsema en Sap, werken ze met hun hoofd, dus dat is ook niet zwaar. Volgens mij kun je deze generieke regeling niet invoeren zonder onrechtvaardige gevolgen voor verschillende groepen burgers. Vergeten wordt verder dat de AOW een volksverzekering is, iedereen is vanaf zijn 18^e als inwoner van Nederland verzekerd, ongeacht of je premie betaalt of niet. Je kunt voor de AOW dus niet het argument aanvoeren, dat de een langer premie betaalt dan de ander. Als je dat invoert, schaf je de volksverzekering als zodanig af.
Helemaal een gotspe is de stelling van Halsema en Sap, dat door de AOW voor ‘lichte’ beroepen later te laten ingaan, bv op 67 of 68, alleenstaande en gescheiden moeders en vrouwen zouden worden gestimuleerd om in deeltijd of volledig te gaan werken. Waar zijn die banen dan? Het betekent alleen maar dat de concurrentie om de bestaande banen scherper wordt met een neerwaartse druk op arbeidsvoorwaarden en omstandigheden. De neo-liberale visie op de economie, en misschien ook wel een van de weinig ter sprake gekomen achtergronden van de AOW-discussie. Gezien dit stimulatie-argument voor alleenstaande en gescheiden moeders en vrouwen vermoed ik, dat Halsema een bijstandsuitkering niet wil laten meetellen voor die veertig jaar arbeid die je moet hebben verricht om op je 63ste voor AOW in aanmerking te komen. Dit maakt de groep die buiten de regeling valt nog groter. In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen tussen 18 en 65 geen betaald werk. Daarvan hebben er ongeveer 1,5 miljoen een ander inkomen. Dus 1 miljoen heeft niets, is huisvrouw, renteniert, wat niet al. En de kansen op betaald werk is voor die grote groep erg klein. Halsema wil die groep geen recht geven op AOW op 65 jarige leeftijd. Een miljoen mensen wordt hun rechten ontnomen in het voorstel van Groen Links. En dat naast de ongetwijfeld grote groep die in de huidige crisis na inkomen uit werk zonder inkomen komt te zitten of die in de bijstand terecht komt.
Als je eigenlijk wilt, dat hoge inkomens in deze crisistijden belast moeten worden om de financieringstekorten te drukken zeg dat dan, en ga niet zulke voorstellen doen om dicht aan te schurken tegen de regeringsstandpunten, die in feite over de hele linie de AOW-leeftijd willen verhogen naar 67, met een paar uitzonderingen om zo de mensen met lagere inkomens mee te laten opdraaien voor de miljardensteun aan de banken en het financierskapitaal.