Op Prinsjesdag, dinsdag 20 september, bouwt het Komitee Amsterdam Tegen Verarming om elf uur een protestmuur op de Dam. Het komitee is een samenwerkingsverband van de vakbonden, organisaties van uitkeringsgerechtigden en kerkelijke organisaties. Amsterdammers kunnen op Prinsjesdag hun mening over het nieuwe paarse kabinet op de protestmuur schrijven. Het gaat ons met name om de wijzigingen in de sociale zekerheid, vooral m.b.t de bijstandswet, die het kabinet heeft voorgesteld.
De protestmuur is tevens bedoeld als start voor een klachtenaktie over de sociale dienst in Amsterdam die het Komitee Amsterdam Tegen Verarming dit najaar houdt.
De laatste tijd komen er bij de belangenorganisaties veel klachten binnen over de sociale dienst in Amsterdam. Bij een enquete van de dienst zelf vulde 25% van de clienten in, dat de dienst bij hen fouten had gemaakt. En dit zijn dan alleen fouten, die de clienten zelf in de gaten hadden. In werkelijkheid ligt het percentage fouten dus nog hoger.
Om de ervaringen met de sociale dienst te verzamelen organiseert het komitee drie schrijfdagen onder het motto: “Schrijf het van je af”. Mensen kunnen op de schrijfdagen hun klachten komen vertellen op 10 verschillende plaatsen in de stad. Daarnaast nodigen we mensen uit te komen vertellen wat hun ervaringen zijn met vrijwilligerswerk. Zo kan duidelijk worden dat veel mensen, in tegenstelling tot het beeld dat van mensen zonder betaald werk bestaat, veel doen in allerlei vormen van onbetaald werk. De ervaringen worden opgetekend in een klachtenboek. Daarbij zal het Komitee een aantal eisen formuleren waaraan de nieuwe bijstandswet en een sociaal gemeentelijk beleid moet voldoen. De schrijfdagen worden gehouden op 18 oktober, 15 november en 13 december. (Zie voor de plaatsen bijgaande lijst)
overwegingen bij de aktie
In verschillende sociale zekerheidswetten zijn grote veranderingen op komst. Er moet bijvoorbeeld 380 miljoen worden bezuinigd op de bijstand. Bovendien zullen de basisuitkeringen omlaag gaan. Daarnaast komt een systeem van toeslagen, waarvoor men in aanmerking komt als men aan bepaalde voorwaarden voldoet. Het is de bedoeling, dat de bijstandswet wordt geindividualiseerd, dwz minder door het Rijk opgestelde regels en grotere beleidsvrijheid van de gemeenten om wel of geen toeslagen te geven. De gemeenten hebben hier zelf op aangedrongen. Daarnaast is de kans groot dat er strengere eisen gesteld worden aan het aktief naar werk zoeken, het volgen van een scholing of het uitvoeren van maatschappelijk ‘nuttige’ taken.
Het Komitee Amsterdam Tegen Verarming vraagt zich in de eerste plaats af of de sociale dienst in Amsterdam wel in staat is om al de bovengenoemde veranderingen in de bijstandswet, met name de individuele beoordeling, goed te organiseren. Wat zijn de knelpunten en aan welke voorwaarden moet worden voldaan om de dienstverlening van de sociale dienst in Amsterdam te verbeteren, zodat de sociale dienst en de gemeente de grotere beleidsvrijheid die zij krijgen op een goede manier invullen?
Wat het landelijk beleid betreft stellen wij de vraag: in welke vorm moet de beleidsvrijheid van de gemeenten in de nieuwe bijstandswet worden vastgelegd?
In de tweede plaats vraagt het Komitee zich af waar het verder onder druk zetten van werklozen toe zal leiden gezien het feit, dat de werkloosheid onveranderlijk hoog blijft en dat er knelpunten zijn in de samenwerking tussen arbeidsbureau en sociale dienst. Er wordt gesproken over de verplichting, vrijwilligerswerk te verrichten in ruil voor een toeslag tot het sociale minimum. De vraag is natuurlijk: wie bepaalt wat maatschappelijk nuttig is? Is dat vrijwilligerswerk dat nu door veel uitkeringsgerechtigden wordt gedaan of zijn dat wegbezuinigde banen in de groenvoorziening, het welzijnswerk, etc.?
Wij willen met onze aktie aantonen dat nu al vrijwilligerswerk door duizenden uitkeringsgerechtigden wordt gedaan. Sommigen gebruiken dit als opstapje naar betaald werk, anderen hebben er hun levensvervulling in gevonden. Gezien de grote werkloosheid is het onjuist dat mensen in de bijstand onder druk gezet worden door de overheid vastgesteld vrijwilligerswerk te doen. Dit vergroot de kans op verdringing van betaald werk en leidt niet tot meer werkgelegenheid op de reguliere arbeidsmarkt.