Gesprek met Jupijn Hafmans -ASVA

In de stukken van de Derde Kamer die hij heeft gelezen spreken hem twee aspecten vooral aan:
1. Het netwerkidee van de Derde Kamer, dat mensen uit ver­schillende sociale bewegingen met elkaar in contact treden en kennis en informatie uitwisselen, om een gezamenlijke noemer te vinden voor de verschillende aspecten, die in verschillende sociale bewegingen naar voren komen. De ASVA heeft in haar programma weliswaar een milieuparagraaf, maar hoe denken vertegenwoordigers van de milieubeweging daarover? De ASVA doet reeds aan netwerkvorming onder studenten. Zij heeft nu 1000 leden. de bedoeling is, de achterban veel massaler te maken door netwerkvorming. De tegenhanger van de ASVA is nu de OBAS. De plannen zijn, met deze groep te gaan fuseren en een soort algemene studentenvereniging voor alle studenten te gaan vormen. Daarbij zal worden geprobeerd, veel studentenvoorzie­ningen in hun uitvoering onder de ASVA te krijgen, zoals mensa, kamerburo, bibliotheek, uitgeverij AUP, en daardoor meer inspraak en invloed binnen de UvA te krijgen. De Univer­siteitsraden worden door de regering in de toekomst misschien afgeschaft, maar daarvoor in de plaats ziet de ASVA perspec­tief om op universitair niveau veel meer invloed te krijgen middels bovenstaande uitgangspunten. In de toekomst komen er ook betaalde bestuursleden van de algemene studentenvakbond, die betaald worden door de universiteit. In Delft bestaat al zo’n struktuur. Via de studentenuitgeverij krijgen de studen­ten boeken met korting, en bij inschrijving krijgen ze direct een acceptgiro uitgereikt voor de algemene studenten­vereni­ging. De meesten worden wel lid, ook al omdat dit finan­cieel voordeel oplevert.
2) De demokratie op dit moment is een farce. Dat vindt de ASVA ook. Er wordt 16 februari een demo gehouden, en er is over gediskussieerd of er vlak voor de Provinciale statenverkiezin­gen ook een demo moest worden gehouden met een stemadvies. Maar wat voor stemadvies moet je dan geven? Niet paars stem­men, maar wat dan wel? CDA wil hetzelfde, Groen Links en SP bieden ook geen perspectief. Groen Links kan geen oppositie voeren. Misschien dat D’66 voor de verkiezingen het nog het beste deed. Na de verkiezingen D’66 ook niks. Aad Nuis weet echter niet eens hoe hoog de basis­beurs is.
De mensen hebben geen binding meer met politieke partijen e.d, ze doen maar.
Hoe dan wel? Als voorbeeld kan gelden, dat ze bij het LSVB goed bezig zijn. Daar werken ongeveer 5 betaalde bestuurders en 120 vrijwilli­gers, meest afkomstig uit de ASVA. Deze vrij­willigers schrij­ven notities, analyseren overheidsrapporten en ontwikkelen zich tot experts op het gebied van de zaken waar studenten mee te maken hebben: inrichting en kwaliteit van het onderwijs, studiebeurzen, etc. In feite zijn deze mensen zelf bezig intern in de LSVB een goede opleiding te realise­ren voor zichzelf. Het mooie is, dat de mensen, die direct met de problema­tiek te maken hebben, het zelf ook doen en het niet overgela­ten wordt aan externe experts. Ook op Amsterdams niveau wordt gewerkt aan het ontwikkelen van alternatieve plannen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren; mentorensysteem of zo. Er wordt bovendien bij de LSVB gewerkt vanuit de praktijk: er is een studententelefoon, die door vrij­willigers worden bediend, waardoor de LSVB precies op de hoogte is van de knelpunten dier er spelen voor studenten, en daarbij wordt ook weer een specifieke deskundigheid ontwik­keld.
We stellen de vraag, of er ook niet in de studentenbeweging wordt gevonden, dat sociale bewegingen op landelijk niveau in de politiek weinig invloed hebben. De LSVB heeft met haar werkwijze echter wel resultaten geboekt. Jupijn is het met ons eens, dat er een struktuur van autoriteiten is, waar de mensen op af gaan, en dat ze op die manier weinig eigen invloed hebben. Het is zo, je moet binnen en buiten overleg en be­stuursstrukturen macht ontwikkelen, anders kun je het wel schudden met je invloed, in een overleg­orgaan zitten is op zichzelf geen garantie dat er iets veran­dert.
Samenvattend kan worden gesteld, dat er twee problemen zijn:
1. De manier waarop sociale bewegingen georganiseerd zijn (bv noodzaak netwerkvorming ) en hun invloed op de politiek.
2. De aanhang van sociale bewegingen is gering, de mensen zijn niet geïnteresseerd in politiek. Hoe moet dit veranderen?

Op regionaal niveau is de ASVA vooral aan de UvA aktief.
Doel van een Derde Kamerzitting zou moeten zijn, nadenken over demokratische strukturen
– wat is er opd dit moment aan wel of niet afgedwongen of door de overheid geïnitieerde overleg/inspraak/zeggenschapsstruktu­ren voor de verschillende sociale bewegingen. Uit wisselen van informatie tussen de verschillende sociale bewegingen over hoe men erop reageert en verbinden met strategie/tactiek.
– Derde Kameren als netwerkvorming, waarin de verschillende aspecten die sociale bewegingen tegenkomen met elkaar worden verbonden. In het verlengde van dit laatste zou je kunnen denken aan periodiek bij elkaar komende groepen die bepaald ethema’s uitwerken en weer kontakten leggen met anderen.

Diskussie basisinkomen. Jupijn zegt, dat de ASVA het daar nog nooit over gehad heeft, en dat in zijn achterban de meesten er niet voor zullen zijn, omdat het afdwingen van een basisinko­men van 1200,- per maand niet haalbaar is. Chris zegt, dat de studenten toch belang hebben bij zo’n basisinkomen. Wel is er door de LsvB een plan gemaakt in het rapport “een op de drie” over een academicibelasting, dat op een zeer lange termijn zou moeten worden ingevoerd. Principe is, dat iedere student fl 1000,- krijgt uit een fonds, dat wordt gevuld door academici naar inkomen, op basis van het principe een op drie. (Dus vier jaar studeren, twaalf jaar belasting betalen).

Hij heeft verder onze verhalen samengevat en van een eigen mening voorzien en op het ASVA-computernetwerk gezet, zodat alle aangesloten ASVA-leden het kunnen lezen. “in de computer ingetypt en hupsakee, meteen op het netwerk”. Ook zijn de bestuursleden ingelicht. Hij kan alleen verga­deren op dinsdag overdag, donderdagavond en vrijdag of in het weekend.

Overzicht studentenbeweging. Vooral aktief zijn Amsterdam, Delft en Groningen, waarbij de laatste vooral plaatselijk aktief is. Delft voert ook wel akties in Den Haag. (bezetting ministerie dmv nagemaakte pasjes). De ASVA wil nu dus ook het model Delft gaan invoeren. Rotterdam is zeer rechts, daar gebeurt nooit wat aan protes­ten. Utrecht bestaat meen ik uit een persoon, daar kan het de studenten niks schelen. De ASVA =LSVB. Op dit moment bestaan er nog universiteitsraden, waar­van een derde studenten, (in Amsterdam 7 ASVA en 3 OBA) een derde personeelsleden en een derde bestuurders/ ambtenaren.
Wanneer de studenten en het personeel op een lijn zitten, heb je een twee derde meerderheid. De moeilijkheid ook in de toekomstige nieuwe strukturen is echter, met het personeel op een lijn te komen en dezelfde dingen als prioriteit te stel­len, bijvoorbeeld de kwaliteit van het onderwijs.
Erover nadenkende kom ik tot de conclusie, dat de studenten een soort dubbele strategie voeren: op universitair niveau integreren met de strukturen van de universiteit, door de universiteit betaalde bestuurders laten aanstellen, beheer over­nemen van studentenvoorzieningen en dit opeisen, etc. Verant­woordelijkheid nemen voor het universitaire beleid. Dit kan ook, omdat dit beleid steeds meer wordt gedecentrali­seerd. De mogelijkheden van invloed op universitair Amsterdams niveau worden hoog ingeschat. “Alle mensen in het maagdenhuis zijn zelf ex-bestuurders en/of leden van de ASVA, die vinden het prachtig wat wij doen”. Aan de andere kant dit combineren met radikale akties wan­neer het gaat om de overheidspolitiek op landelijk niveau: bezet­tingen van universiteiten en minis­teries, demon­straties, etc. In de Lsvb maken Delft en Amster­dam de dienst uit, aangevuld met progressieve enkelingen uit andere universiteitssteden. De grote groep studenten in het land houdt zich afzijdig.

PvdL.10-02-1995