Demonstreren in Luxemburg
Op vrijdag 21 november was er in Luxemburg een overleg van de Europese regeringsleiders over werkgelegenheid. Het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV) riep op tot een demonstratie aan de vooravond van de top, op donderdag, met als een van de centrale eisen: een effectieve, drastische arbeidstijdverkorting om de werkloosheid te verminderen. De FNV deed echter niet mee. Het komitee dat in Nederland de Euromarsen tegen werkloosheid, armoede en sociale uitsluiting had georganiseerd besloot daarop, een delegatie naar Luxewmburg te sturen. Zo namen toch nog ruim 50 demonstranten uit Nederland deel aan de grote demonstratie, die ruim 25.000 mensen telde. Enkele ervaringen.
s’Morgens om zeven uur vertrok de bus achter het Centraal station in Amsterdam. In Utrecht en Eindhoven werden nog groepjes demonstranten opgehaald, en toen zat de bus vol. Aangekomen in de stad Luxemburg reden we naar het station van de spoorwegen, waar de demonstratie begon. We stapten uit en voegden ons bij het blok van de Euromarsen. Alle demonstranten in dit blok hadden zwart-witte hesjes met het embleem van de Euromarsen erop. En op de achterkant: Chomage Ya Basta!. Het was een kleurige demonstratie met rode, groene en blauwe hesjes van de verschillende blokken. Men demonstreerde in de verschillende blokken vooral voor arbeidstijdverkorting met herbezetting. We liepen de Avenue de la Liberte af, een grote Boulevard van 25 meter breed. Zo ver je kon kijken waren er demonstranten. Zij liepen in de blokken van hun vakbonden, vooral Belgische en Franse. Maar er waren ook Grieken, Italianen en Spanjaarden en veel Duitsers. Een Nederlander vertelde mij, dat hij met de bus uit Duisburg was gekomen. De Duitse vakbonden hadden niet opgeroepen tot de demonstratie, maar veel kaderleden waren toch tot mobiliseren overgegaan. Zo waren er oa drie bussen uit Duisburg. Het was een levendige demonstratie met vuurwerk, gezang, muziek, toortsen en grote ballonnen. Uit een grote luidspreker op een auto schalde een Vlaamse versie van het Mariannelied. Dit riep bij mij gemengde gevoelens op. Aan de ene kant: een meer dan honderd jaar oud, prachtig lied uit een mooie traditie. Aan de andere kant besefte ik, hoe ver de grote groep van werklozen in zijn/haar dagelijkse leefwereld inmiddels verwijderd is van deze traditie, vooral in Nederland.
bekenden
Tijdens de demonstratie heb ik allerlei bekenden ontmoet uit de tijd van de Euromarsen. In dit blok van ongeveer 2000 mensen waren veel vertegenwoordigers van het Franse Action Chomage en van de vakbond SUD. Er waren veel bekenden van AC! Gironde, die ook meegelopen hebben in de Euromarsen. Veel Fransen waren met een trein gekomen. Zij hadden enkele dagen eerder in Parijs een pamflet verspreid, waarin opgeroepen werd op de twintigste om acht uur s’morgens te verzamelen bij het Gare de l’Est. Daar zou men eisen, dat er een trein naar Luxemburg zou gaan, zonder dat de reizigers hoefden te betalen, zodat ook mensen met weinig geld konden deelnemen aan de demonstratie. De trein is inderdaad in Luxemburg aangekomen. Maar vrijdagnacht zijn de ongeveer tweehonderd treinreizigers bij terugkomst in Parijs gearresteerd. Ik weet niet, hoe het hen verder is vergaan.
Bij het eindpunt verliep de demonstratie. Er was geen centrale manifestatie. Iedereen liep via de winkelstraten in het centrum een park in, terug naar de parkeerplaats voor de bussen. Het netwerk van de Euromarsen had wel een manifestatie georganiseerd, in de halle de Victor Hugo. Maar de zeer grote hal nauwelijks gevuld met mensen. De meesten van het Euromarsenblok waren direct met de bus teruggegaan naar huis. Het was sommigen ook niet duidelijk, dat er na afloop nog een manifestatie was, en de halle Victor Hugo was ook niet eenvoudig te vinden.
FNV doet niet mee
Wat moet je verder denken van zo’n demonstratie? Je kunt je op het standpunt stellen van Lodewijk de Waal, voorzitter van de FNV, die in een brief aan de bestuurders van de aangesloten bonden schreef, dat demonstreren op dit moment geen zin heeft. Beter is overleg met de werkgevers en met Kok en lobbywerk achter de schermen. Behalve de beinvloeding van de top heeft zo’n demonstratie echter ook als functie: een bijdrage in het opbouwen van een Euro-kritische beweging van onderop, waarbij een veelheid van internationale contacten ontstaat. De vakbeweging ontleende in het verleden haar macht en invloed aan de mobilisatie van de achterban, waarbij middels een grote varieteit aan aktievormen druk werd uitgeoefend op werkgevers en overheid. Deze lijn lijkt De Waal te hebben verlaten. Alles wordt op het overleg gegooid, waarbij men in feite de voorwaarden van de tegenpartij accepteert. De leiding van de Nederlandse vakbeweging accepteert de uitgangspunten van het poldermodel en van de invoering van de Europese munt, die grote overheids bezuinigingen met zich meebrengt. Uit het proefschrift van Ruud Vlek -‘Inactieven in actie’ blijkt, dat de vakbeweging geen prioriteit geeft aan de belangen van de laagstbetaalden, met hun flexibele arbeid, en de werklozen en arbeidsongeschikten, die vaak moeten rondkomen van een minimumuitkering. De verdediging van hun belangen wordt gesmoord in de vaak stroperige en bureacratische besluitvormingsprocedures van de bonden.
resultaten top
De activiteiten van Action Chomage in Frankrijk, de Euromarsen, de demonstratie in Luxemburg en andere akties hebben ertoe bijgedragen, dat het vraagstuk van de werkloosheid op de Europese agenda is geplaatst. Vooralsnog zijn de afspraken die in Luxemburg werden gemaakt echter boterzacht. Men wil binnen vijf jaar stageplaatsen of werk regelen voor jongeren die werkloos zijn, maar landen met een grotere werkloosheid mogen er langer over doen. Er wordt op de Europese begroting een miljard uitgetrokken voor startende ondernemers. De lidstaten moeten verder werken aan nationale banenplannen, maar harde verplichtingen voor de landen zitten daar niet aan vast. De lidstaten gokken op lastenverlaging voor werkgevers, die meer werk zou opleveren. Nederland probeerde op de top in Luxemburg haar poldermodel te exporteren. Het is nu zaak, de kritiek op dit model te intensiveren en alternatieven aan te dragen.
Piet van der Lende