Grote bedrijven besteden werk uit aan commerciële uitzendbureau’s en werken nauwelijks samen met het arbeidsbureau. Bij het AMC hebben zo verschillende uitzendbureau’s zelfs een vestiging in het gebouw. De strategie is, mensen niet meer in vaste dienst te nemen maar enkel met een tijdelijk contract. Het is echter duidelijk, dat de mensen liever vastigheid hebben en langer bij dezelfde baas willen werken. Ik vind, dat als bedrijven zich vestigen op industrieterreinen die door de gemeente zijn aangelegd, de gemeente eisen kan stellen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en personeelsbeleid.
Zo wil de gemeente Amsterdam vier miljard investeren in het Noordzeekanaal gebied, waaronder in een sluis bij Ijmuiden, die 900 miljoen gaat kosten. Enige jaren geleden werd gezegd dat deze investeringen de komende vijftien jaar 40.000 arbeidsplaatsen zullen opleveren in het Noordzeekanaal gebied. Er zijn rapporten van Coopers en Lijbrant over geschreven die in totaal wel drie kilometer dik zijn. Maar wat is de werkelijkheid ? Nu, vier of vijf jaar later wordt gepraat over 10 tot 27.000 arbeidsplaatsen. En het projektbureau spreekt over nog minder; wethouder Peer heeft een getal van enkele honderden gerealiseerde banen genoemd, en dit betrof enkel een verschuiving binnen de regio.
Er is een tendens, dat werkgevers hun bedrijf van de ene plaats naar de andere verhuizen, omdat ze daar veel subsidie kunnen pakken. Terwijl in de Amsterdamse haven het werk wordt gedaan door kansarmen, die verstrikt raken in de netten van uitzendbureau’s en koppelbazen.
Bij de opstelling van investeringsplannen blijft volstrekt buiten beeld, wat voor werk het is. Men denkt: we investeren als overheid in industrieterreinen en geven de nieuwe werkgever allerlei faciliteiten en subsidies, en dan zoekt hij verder zijn mensen maar. Laten die nieuwe bedrijven, vind ik, eerst maar aangeven om hoeveel mensen en wat voor functies het straks zal gaan. De gemeente zou op dit gebied eisen kunnen stellen!
Het gaat er niet zozeer om, dat amsterdammers in dienst moeten worden genomen, maar wel dat een koppeling wordt gelegd met de kaartenbakken van het arbeidsburerau. Zoals het nu gaat, heeft als gevolg, dat veel mensen van hot naar her reizen, en daardoor vaak zeer ongunstige werktijden hebben. Je krijgt nu de situatie, dat het arbeidsbureau in Groningen mensen gaat dwingen om in Amsterdam te gaan werken. De Amsterdamse overheid is tot concurrentie gedwongen met andere stedelijke regio’s, waarbij ze door de bedrjven tegen elkaar worden uitgespeeld. Tot op zekere hoogte zal Amsterdam zeggen, dat ze gedwongen is mee te gaan in die rat-race. Je kunt aan die selectie van personeelsleden niet veel doen. Maar als je als overheid investeert, moet je ook investeren in de controle, of er na zoveel jaar ook zoveel mensen werken. Je zou een norm moeten ontwikkelen, die vastgelegd zou kunnen worden in een sociaal convenant tussen de overheid en het bedrijf dat zich in Amsterdam vestigt.
Het gaat hierbij dus om de vraag: moet je de mensen naar het werk brengen of het werk naar de mensen?
PvdL/10-02-2000