In de vorige MUG heb ik aandacht besteed aan de pogingen van de heer B. bijzondere bijstand te verkrijgen. Het vervolg is m.i. dermate interessant, dat ik er nog eens op terug kom. In het kort even waar het om ging. Op 22 december gaat de heer B. samenwonen met zijn vriendin. Zijn vriendin heeft een herseninfarct gehad, en kan niet meer zelfstandig leven. Tot 22 december verbleef zijn vriendin in het St Jacobshuis. De heer B. neemt zich voor, haar te gaan verzorgen en daarom geeft hij zijn eigen woning op en trekt in bij de woning van zijn vriendin. Zij kan nog slechts gebrekkig lopen, ze heeft afasie en een intensieve verzorging is noodzakelijk. Samen hebben ze een bijstandsuitkering voor samenwonenden. De verhuizing van de heer B. en de verzorging van zijn vriendin brengen veel kosten met zich mee. Dit zijn deels terugkerende kosten, deels incidentele kosten. De heer B. vraagt daarvoor bijzondere bijstand aan. De opsomming van de kosten staan genoemd in het MUG artikel van… Uit de verdere lotgevallen bleek in dat artikel, dat de aanvraag van de heer B. werd afgehandeld alsof voor iedere kostenpost beoordeeld moest worden of bijzondere bijstand mogelijk was. Dit leidde tot allerlei bureaucratische rompslomp en communicatiestoornissen, die uiteindelijk tot gevolg hadden dat een bedrag van ongeveer fl 800 werd toegewezen. De heer B. had echter om een vast bedrag per maand gevraagd en daarom had hij een bezwaarschrift ingediend en bovendien een klacht over de afhandeling. In beide gevallen is er een hoorzitting geweest bij dezelfde ambtenaar.
De afhandeling van de klacht leverde niet veel op. De heer B. was er alleen naartoe gegaan. Hij had een complete lijst gemaakt van de namen van ambtenaren, die hij gesproken had, met erbij vermeld op welke datum en hoe laat. Tijdens de hoorzitting besloot de heer B. bij nader inzien niet met die lijst te komen. ‘Als je dat doet, is het mijn woord tegen het woord van de ambtenaar, die zegt toch dat het niet zo is, of dat hij het zich niet kan herinneren, dan sta ik te kijk als leugenaar’. Het kan in deze situaties echter wel zinvol zijn, met namen en tijden te komen, zeker als het laakbare gedragingen van de ambtenaar betreft, hij/zij krijgt dan een stevig gesprek denk ik, en ik heb nog niet meegemaakt dat dit repercussies heeft voor de client. Nu gebeurde natuurlijk wat te verwachten was: in antwoord op de klacht, na de hoorzitting, werd meegedeeld, dat niet bekend was welke ambtenaren zich met de zaak bezig hadden gehouden en dat het dus niet mogelijk was de klacht verder af te handelen.
Bij de hoorzitting over het bezwaarschrift ben ik met de heer B. meegegaan. De behandelend ambtenaar was zeer vriendelijk, leek niet gestressed en hij was bereid, zich in de situatie van de heer B. te verdiepen.
Wij brachten enkele punten naar voren. Allereerst kwamen wij terug op de klacht, nl dat de heer B. wel een lijst met namen had, maar na enig heen en weer gepraat besloten wij ons te concentreren op het bezwaarschrift. Het ging er tenslotte om, bijzondere bijstand te verkrijgen. Veder brachten wij naar voren, dat iedere kostenpost afzonderlijk als een eenmalige uitgave door de Sociale dienst werd beoordeeld, maar dat deze opsomming van kosten allereerst bedoeld was om te motiveren, dat de heer B. een vast bedrag per maand extra nodig heeft. Daarnaast zou dan bijzondere bijstand voor incidenteel hoge uitgaven kunnen worden aangevraagd. Het bleek, dat het noch de behandelend ambtenaar waarmee wij spraken noch enig andere ambtenaar was opgevallen, dat wij een vast bedrag per maand gevraagd hadden. De behandelend ambtenaar van de afdeling bezwaarschriften wilde nu echter toch alle kostenposten bij langs lopen.
Wij brachten echter eerst nog naar voren, dat in het resume van gebeurtenissen dat door de ambtenaar was opgesteld stond vermeld, dat er geen huisbezoek van de GG en GD was geweest om de situtie tebeoordelen. Er was geen rapportage van de GG en GD en dus conculdeerde de sociale dienst, dat niet kon worden beoordeeld of en zo ja hoeveel bijzondere bijstand nodig was naast het bedrag van fl 800,- dat de heer B. al was toegewezen. De heer B. deelde mee, dat de GG en GD wel degelijk op 3 mei op bezoek was geweest en op 15 mei een rapportage had gestuurd. Het resume dat hierboven staat genoemd is altijd erg belangrijk tijdens een hoorzitting. Het is een soort opsomming van de gang van zaken, zoals de sociale dienst die ziet en er wordt samengevat wat de bezwaren van de client zijn. Tijdens de hoorzitting wordt gevraagd of je het ermee eens bent. Clienten die in beroep gaan moeten dit dus goed lezen.
Over en weer werden vervolgens enkele beschouwingen gewijd aan de verschillende kostenposten, waarbij het er met name om ging, of het kleine bedrag dat mevrouw B. ontving op basis van de Wet Voorziening Gehandicapten (WVG) als een voorliggende voorziening moest worden beschouwd die op zich voldoende is. Wij waren van mening dat dit niet het geval is. Daarna kwamen wij terug op het vaste bedrag per maand. Wij memoreerden, dat de voormalige wethouder Köhler op de vorige armoedeconferentie van de gemeente, alweer geruime tijd geleden, had aangekondigd dat er oa een strukturele verhoging van de uitkering van chronisch zieken zou komen. Wij vroegen ons af, hoe het daarmee stond en of mevrouw B. niet voor zo’n voorziening in aanmerking zou kunnen komen. Daarnaast brachten wij naar voren, dat de heer B. aan ‘mantelzorg’ doet. Vrijwilligerswerk, dat iemand sociaal actief houdt. Komt de heer B. dan niet in aanmerking voor een sociale activeringspremie? Al met al zou dit het vaste bedrag per maand kunnen zijn waarom de heer en mevrouw B. hadden gevraagd.
De vriendelijke ambtenaar van bezwaarschriften zou het allemaal uitzoeken. Wij zijn benieuwd.
Piet van der Lende