Ik ben zeer somber over de toekomst. Over ongeveer tien jaar zullen de huidige regelingen als de bijstandswet, collectieve ziektekostenverzekeringen en arbeidsongeschiktheidsregelingen niet meer in de huidige vorm bestaan. Er zal een soort charitatief calamiteitenfonds worden ingericht, met daklozenopvang en enig geld voor noodsituaties, met een beperkte hoeveelheid geld om mensen te controleren en te sturen, zonder dat de rechten van mensen nog duidelijk zijn geformuleerd. De uitvoering van dergelijke calamiteitenfondsen wordt in handen van de gemeenten gelegd, die dat ook gedeeltelijk zelf moeten financieren.
Er bestaat voor de huidige regelingen steeds minder draagvlak in de samenleving. De mensen met een redelijk inkomen willen geen belasting meer betalen of sociale premies voor een collectieve verzekering of voor een bijstandsregeling. Men wil vaak afschaffing van de huidige regelingen. De signalen in die richting worden steeds sterker. Denk maar aan de columns van Selma Schepel in Trouw, waarbij in een gerenommeerde krant in feite openlijk voor afschaffing van de huidige regelingen wordt gepleit. De VVD doet voortdurend voorstellen in de richting van verlaging van het sociale minimum tot een soort biologisch minimum, waarbij je net niet dood gaat. Ook de hetze in Het Parool tegen Frank Köhler valt daaronder. De pers weerspiegelt wat er in de samenleving leeft. Het zal de sociaal-democratie niet lukken op basis van haar huidige beleid voldoende draagvlak voor de huidige regelingen te behouden.
Zo’n charitatief calamiteitenfonds sluit aan bij de huidige mentaliteit van veel mensen die het beter hebben. Enerzijds hoeven ze geen solidariteit meer te tonen door belasting te betalen of sociale premies, anderzijds kunnen ze hun geweten sussen door af en toe als het hen uitkomt een girootje uit te schrijven voor een daklozencentrum of door de daklozenkrant te kopen, zonder dat het verplichtingen voor hen schept jegens de samenleving. We gaan toe naar de ideologie die in Amerika al langer bestaat. Als je de bewoners van New York die het goed hebben vraagt, of ze het niet vervelend vinden dat de daklozen op de roosters van de metro slapen, zeggen ze, dat er opvang programma’s bestaan, waar de daklozen zo naartoe kunnen, maar dat die wel streng zijn, en de daklozen hebben liever hun vrijheid met drank en drugs, dat is hun eigen keuze, het ligt aan henzelf. En ze stappen over de dakloze heen die op het rooster ligt te slapen en gaan over tot de orde van de dag. Het huidige beleid in New York is, dat alles wordt gezien als een openbare orde probleem: de straten moeten schoon zijn, de mensen die het goed hebben moeten zonder gevaar op straat kunnen lopen en kunnen leven. Wat er precies met de mensen gebeurt, die in bittere armoede leven of andere problemen hebben zal hun een zorg zijn.
Het gaat in Nederland dezelfde kant op. Tot nu toe heeft de sociaal-democratie steeds volgehouden, dat er aan het sociale minimum niet getornd mocht worden, en dat er een uitkering moest blijven voor mensen die het ‘echt’ nodig hadden. Het probleem van de financiering van de sociale zekerheid moest worden opgelost door een ‘volumebeleid’, een beleid waarbij de uitstroom uit de regelingen wordt bevorderd, naast een loonmatigingsbeleid. Het is een poging, autonome tendensen in de samenleving die tot een tweedeling leiden en een achterblijven van grote groepen in de samenleving, te voorkomen, waarbij wat de economie vraagt en wat rechtvaardig is met elkaar in overeenstemming moeten worden gebracht. Dit beleid is bezig te mislukken. In de huidige economische hoogconjunctuur blijft de tweedeling bestaan. Het is dus niet alleen een kwestie van economische welvaart in z’n totaliteit. De staat moet die welvaart herverdelen. Doe je dat niet, dan kom je in een spiraal naar beneden.
Wat je nu ziet gebeuren, is dat de definitie van mensen die het ‘echt’ nodig hebben zowel voor bijstandsgerechtigden als arbeidsongeschikten steeds verder opschuift en dat aan de uitkeringsverstrekking steeds meer voorwaarden worden gesteld. Het recht op een uitkering wordt steeds voorwaardelijker. In het kader van de Europese eenwording, met haar criteria van Maastricht over het begrotingstekort en andere criteria is het een aanpassing naar beneden aan de situatie in andere landen.
Drie jaar geleden was verplicht vrijwilligerswerk nog onbespreekbaar. Nu heeft Vermeend een voorstel ingediend waarin dat geregeld wordt, met sancties. In de samenleving streeft men naar een steeds grotere arbeidsproductiviteit onder concurrentieverhoudingen. In de thuiszorg en de gezondheidszorg worden de werkenden steeds meer onder druk gezet, steeds harder te werken en in kortere tijd meer patiënten te behandelen. Daardoor blijft werk liggen, dat eerst wel tot hun taken behoorde, zoals een praatje met de mensen maken of hen een hart onder de riem steken. Daarvoor moeten nu langdurig werklozen als vrijwilligers worden ingezet. Doel is dus, de efficiency en de kosten beheersing in de gezondheidszorg. Werklozen moeten worden gedisciplineerd om zich daarbij aan te passen en op deze wijze een bijdrage te leveren aan de huidige problemen in de maatschappij. Nu zou je kunnen zeggen: wat is daar tegen? Uiteindelijk leidt het ertoe, dat noch werkenden noch werklozen een redelijk salaris hebben met daaraan verbonden rechten. Men wordt tegen elkaar uitgespeeld met als doel de loonkosten steeds verder naar beneden te schroeven. In feite gaan werklozen in ruil voor hun uitkering, met daaraan verbonden een streng controleregiem, werk doen wat eerst betaald werk was. Als je bij de Vrijwilligerscentrale, die samenwerkt met de sociale dienst, in de vacature mappen kijkt gaat het om een groot deel om dit soort vrijwilligerswerk.
Structurele tendensen naar toenemende sociale ongelijkheid in de samenleving worden niet meer in de analyse betrokken. Alles wordt gezien als een individueel probleem van de werkloze, die gedisciplineerd moet worden. Verder wordt de zaak als een openbare orde probleem gezien. Hert heeft dus eigenlijk ook niet zoveel zin, argumenten aan te voeren tegen het huidige beleid als het om de belangen van de werklozen gaat, hun rechten en het gebrek aan effectiviteit van het huidige werkgelegenheidsbeleid, want het is helemaal niet de bedoeling om vanuit de werklozen tegen het probleem aan te kijken. Dus het heeft ook niet zoveel zin, te zeggen dat er nu van bovenaf allerlei dure projecten met veel overheadkosten van bovenaf bedacht worden, en dat dan pas wordt gekeken of de werklozen erin passen en dat dit ineffectief is, waarbij je beter uit kunt gaan van een generieke regeling voor grote groepen werklozen, die op eigen initiatief naar de sociale dienst kunnen stappen om op basis van hun eigen initiatieven faciliteiten te verwerven. Dat wil men helemaal niet. De vacatures in de gezondheidszorg moeten door gratis werklozen opgevuld worden en de mensen moeten gedisciplineerd worden, om criminaliteit en overlast voor mensen die het goed hebben te voorkomen.
Het wordt gepresenteerd als een moreel probleem. Er zijn vacatures, waarom zijn de werklozen zo egoïstisch, waarom steken ze de handen niet uit de mouwen, waarom pakken ze niet aan, ze hebben altijd wat te zeuren, iedereen moet een bijdrage aan de samenleving leveren, je moet sociaal voelend zijn, door te gaan werken en als ze dat niet willen, datgene wat hen wordt aangeboden, dan is het ook terecht dat ze geen uitkering meer krijgen.
Het is bijzonder moeilijk deze morele code te relativeren en te bestrijden door de achtergronden van de maatschappij over het voetlicht te brengen. Maatschappelijke mechanismen die tot sociale ongelijkheid leiden voor het voetlicht brengen is out.
Georganiseerd, politiek rationeel verzet is er niet meer. Maar toch voelen veel mensen zich niet happy, willen ze hun eigen doelstellingen en hun eigen ontplooiing blijven nastreven en voelen ze, dat er in deze samenleving veel structureel niet klopt. Ze kunnen zich niet meer aansluiten bij een strijdbare vakbeweging, die ook ideologisch tegenspel biedt. Dan gaan ze rommelen. Meegaan in de tendens, doen alsof je en brave burger bent, die doet wat er gezegd wordt en ondertussen je eigen gang gaan. De werklozen doen dat, de arbeidsbemiddelaars, de ambtenaren van de sociale dienst, de bestuurders, de ondernemers, de werknemers, iedereen. Proberen je eigen individuele hachje veilig te stellen, en als je daarvoor fraude of corruptie moet plegen, of de dingen van een bepaald project anders voorstellen dan ze zijn, dan moet dat maar. En dat is dan voor de machthebbers in dit land, want dergelijke dingen komen voortdurend naar buiten, een reden te meer om collectieve regelingen verder af te schaffen, en de disciplineringsmaatregelen verder op te voeren. Ze verdienen het niet, afschaffen. Steeds meer controles, schandalen in de pers, over corruptie van hoog tot laag, en daarmee is de cirkel rond. Of gaat de spiraal naar beneden steeds verder. (Zie Selma Schepel).