07-03-2006. Actuele ontwikkelingen.
Op 14 juli diende voor de Meervoudige Kamer van de Rechtbank te Amsterdam sector bestuursrecht een rechtszaak over de stopzetting van een uitkering bij een cliënt van de sociale dienst te Amsterdam die een huisbezoek had gehad. Het feit, dat de zaak voor de Meervoudige Kamer moet komen betekende, dat de Rechtbank van plan was naar aanleiding van deze zaak een meer algemene uitspraak te doen over de regels met betrekking tot de huisbezoeken zoals die in beleidsnota’ s zijn vastgelegd. De uitspraak is inmiddels geweest. (Rechtbank amsterdam sector bestuursrecht, meervoudige kamer, uitspraak in het geding met reg nr. AWB o4/1685 WWB)
Niet zo gunstig. In de eerste plaats hadden wij in de zaak aangevoerd, dat een wettelijke basis voor het uitvoeren van huisbezoeken ontbreekt. (Iets wat volgens de grondwet en EVRM wel noodzakelijk is) Wij stelden dat artikel 17 WWB een onvoldoende wettelijke basis biedt. en dus de huisbezoeken procedureel in strijd zijn met de wet. De rechter oordeelde echter, dat artikel 17 wel een voldoende wettelijke basis biedt. De rechter stelde, dat een huisbezoek in voorkomende gevallen een aanvaardbaar controlemiddel kan zijn. Inbreuk op de persoonlijke levenssfeer kan in bijzondere omstandigheden gerechtvaardigd zijn. Dit ondanks het feit, dat in principe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer overeenkomstig artikel 8 EVRM niet toegestaan is.
Ook hadden wij aangevoerd, dat wettelijke bepalingen vereisten (Oa de AWB) dat de gemeente een beleidsnota moet vaststellen, waarin nadere regels worden gesteld mbt de huisbezoeken. Deze nadere regels zou de gemeente toe verplicht zijn, volgens ons. Ook dit is door de rechter afgewezen. Artikel 17 is voldoende grondslag, dus de gemeente hoeft geen beleidsnota te schrijven.
Gemeentebeleid
In Amsterdam stelde de gemeente zich echter op het standpunt dat degenen die al een uitkering hebben de eerste keer een huisbezoek mogen weigeren. (Dit is dus gemeentelijk beleid) Mensen die een uitkering AAVRAGEN mogen niet weigeren. Bij mensen DIE AL EEN UITKERING HEBBEN kan een tweede verzoek tot een huisbezoek worden gedaan, maar dan moet de gemeente komen met een conreet vermoeden van fraude dat ook aan de betrokkene moet worden meegedeeld. Er zijn verschillende rechtszaken geweest (maar dus gebaseerd op Amsterdams beleid) waarin clienten die de eerste keer een huisbezoek weigerden de zaak gewonnen hebben. Wel moet je dan natuurlijk op kantoor verschijnen waarbij alle relevante gegevens worden overlegd. Wat is daarbij de argumentatie? Iemand die al een uitkering heeft daarvan heeft de overheid al eerder vastgesteld dat verstrekking van de uitkering rechtmatig is. (Anders krijg je geen uitkering) Uit een oogpunt van rechtszekerheid moet dan vervolgens de overheid bewijzen dat die verstrekking toch niet rechtmatig is. Dus de bewijslast ligt dan sterker bij de overheid, en je hoeft dus niet aan het huisbezoek mee te werken tenzij ze concrete aanwijzingen van fraude hebben. Bij mensen die een uitkering aanvragen ligt dat anders, daar heeft de overheid de rechtmatigheid nog niet vestgesteld en ligt de bewijslast dus sterker bij degene, die de uitkering komt aanvragen, die moet aantonen dat het nodig is en dus moet je dan wel de eerste keer aan een huisbezoek meewerken.
Beperking aantal bezoeken
Inmiddels is het project van de intensieve controles door middel van huisbezoeken in Amsterdam afgerond. In andere steden, zoals Den Haag en Heerlen, heeft men echter de werkwijze overgenomen. In Amsterdam werkt men nu met zogenaamde fraude-risico profielen. Dat zijn statistische gegevens waarbij men een soort matrix maakt waaruit blijkt welke mensen met bepaalde (statistische) kenmerken het meest fraude plegen, cq waarbij de kans dat men fraude aantreft het grootst is. Wie onder zo’n matrix valt loopt de kans een huisbezoek te krijgen. Men gaat voortaan dus steeksproefsgewijs aan het werk overeenkomstig bepaalde statistische gegevens. De mensen die niet onder zo’n matrix vallen krijgen een brief, dat bij hen geen huisbezoek zal worden afgelegd. En tenslotte dient aan het eind van het huisbezoek een door de overheid zelf gemaakte folder over rechten en plichten mbt huisbezoeken door de controleurs te worden verstrekt. Soms gebeurt dit echter niet en het is ook belachelijk dat dit achteraf gebeurt, want dan is het huisbezoek dus al geweest. Wel is de folder op kantoren e.d. verkrijgbaar en in te zien.