DOOR: Piet van der lende/Konfrontatie.nlGEPUBLICEERD: 16 juli 2013
Loic Wacquant noemt in zijn boek ‘paria’s van de stad’ kort dat het negativisme, dat spreekt uit de opvattingen van veel mensen hun relatie met de machthebbers structureert. Veel mensen hebben kritiek op van alles en nog wat. Op de (semi) overheidsinstanties, die alles in de gaten houden, waar je hele privé leven op tafel moet, in lange verhalen en anekdotes over het voetlicht gebracht, over de graaiende bankiers, die buiten schot blijven en die een goed leven hebben van de opgestreken bonussen, terwijl de gemiddelde burger nauwelijks rondkomt.
(Oorspronkelijk verschenen op konfrontatie.nl)
Vaak zijn de reacties getriggerd door de media, die niet moe worden het ene na het andere (financiële) schandaal in de publiciteit te brengen, vaak gelekt door concurrenten. En dan vervolgens spreken de mensen over de machteloosheid van de politiek om iets aan de problemen te doen, de zakkenvullers in Den Haag die goed op hun baantjes letten, de onmogelijkheid die politiek te beïnvloeden, het ontbreken van verzet, de mensen tegenwoordig, ja ook de lotgenoten moeten eraan geloven, zijn egoïstisch en zelfzuchtig geworden. Er is geen solidariteit meer. Daar hoef je ook niet op te rekenen.
Hoezeer bovenstaand verhaal ook een kern van waarheid bevat, het structureert de relatie van de ondergeschikte burger met de uitvoerende macht van de staat. Daarmee bedoel ik dat de burgers met hun negatieve verhalen onbedoeld een beschrijving geven van een perfect machtssysteem waartegen je maar beter niet in verzet kunt komen. Je ziet hoe het de klokkenluiders vergaat! Sta maar niet op, om je protest te laten horen. Niemand doet met je mee, niemand is solidair, overal om je heen zijn de baantjesjagers en hielenlikkers die ten koste van jouw van de situatie proberen te profiteren. Kijk naar de politici van Groen Links en de Partij van de Arbeid!. Vroeger ventileerden ze leuke linkse ideeën, en nu zijn ze omdat het alleen ging om hun eigen carrière gecorrumpeerd door de macht. Ze zijn niet te vertrouwen. En de machthebbers en hun repressieapparaten, wel of niet geprivatiseerd, weten je wel te vinden. Als je als individu tegenover ze staat, kun je maar beter doen wat ze zeggen, anders ben je je bestaan niet zeker. Ze weten met die perfecte informatiesystemen alles van je. Verzet is zinloos, er zijn zoveel mensen die hun recht proberen te halen, ze verzuipen vaak in de stroperige bureaucratie en de ongevoeligheid van de politiek voor tegenargumenten. Een parlementaire enquête over de bouwfraude met alle onthullingen? De bouwfraude gaat gewoon door.
En zo houdt de kritiek op toestanden in de maatschappij, die aan borreltafels, in huiskamers, op spreekuren van hulpverleners, in kroegen, op vergaderingen wordt geventileerd samen met de voortdurende stroom van op zichzelf staande geïsoleerde onthullingen van schandalen in de media de machthebbers in het zadel.
Hoe
het onvolprezen programma Tegenlicht bijdraagt aan bestendiging van
de macht. Ik maak mij ook wel schuldig aan dat negativisme. Moet je
misstanden dan maar niet aan de kaak stellen? Natuurlijk niet. Maar
waar ik mij wellicht te weinig van bewust ben geweest tot nu toe, is
de uitwerking die het aan de orde stellen van misstanden kan hebben,
waarbij het geen handelingsperspectief oplevert maar dat juist
blokkeert. Wat mij in gesprekken en discussies steeds meer opvalt, is
dat in mijn ogen in principe steeds dezelfde beschrijvingen van
aspecten van het machtssysteem voortdurend herhaald worden waarbij je
in een soort cirkel van de ene beschrijving van een misstand naar de
andere gaat. Het komt niet tot een handelingsperspectief. Dat is
immers zinloos.
De verhalen en anekdotes die burgers in hun dagelijks leven vertellen hebben vaak een sterk beschrijvend karakter, evenals de voortdurende onthullingen in de media die in een voortdurende stroom van los van elkaar staande incidenten over het voetlicht worden gebracht. Want hoeveel incidentele onthullingen er ook in de krant staan, actuele (politieke) hoofdtegenstellingen kennen we niet, worden in de media ook nauwelijks geanalyseerd, en onderhandelingen over onze toekomst spelen zich achter gesloten deuren af en we komen slechts zelden iets te weten over hoe de onderhandelingen werkelijk verlopen en wat de onderhandelaars tegen elkaar zeggen. Iedere samenhang lijkt in de nieuwsstroom te ontbreken. Van tijd tot tijd zien we bijvoorbeeld Ferry Mingele voor een dichte deur staan in het acht uur journaal of in Nieuwsuur waarbij hij een heel verhaal heeft, maar verder geen idee van wat er zich achter die deur afspeelt. Er worden zelfs bij onderhandelingen tussen deze en gene extra nieuwsuitzendingen ingelast om Ferry dingen te laten zeggen over zaken waarvan hij geen flauw idee heeft. Spannend, zeggen veel kijkers dan, wat zou eruit komen? Na enige uren komen de onderhandelaars naar buiten met een besluit. Of ze zeggen dat er nog gepraat moet worden. Een, twee zinnen, misschien uiteindelijk een korte verklaring. Verder blijven we van niets weten.
Verslaggevers van actualiteitenrubrieken boeken een hotel in verre oorden, reizen er met het vliegtuig naartoe of zijn er al permanent gestationeerd, en gaan dan voor een dichte deur van een regeringsgebouw staan, de camera op hen gericht. Het gezicht van de verslaggever hebben we al honderden malen gezien, het plaatje van het regeringsgebouw eveneens. Binnen speelt zich iets af. Maar wat? Het onderwerp van de bespreking is soms tot op zekere hoogte nog wel bekend, voor zover de mensen binnen daar iets over hebben losgelaten c.q. een communicatiedeskundige hebben ingeschakeld om de journalisten aan het lijntje te houden. Spannend. Wat zou er gaan gebeuren? Maar verder weten we van niets. Om de tijd te doden putten de verslagevers zich uit in eindeloze op niets gebaseerde speculaties over wat er allemaal wel en niet in de toekomst kan gebeuren, en dat is heel wat. Soms komt het enige dagen of weken later tot een zogenaamd onthullend interview met een van de hoofdrolspelers, die voortdurend wanhopig worden nagejaagd door op nieuws beluste journalisten, meestal is het bij nader inzien niets zeggend.
Miljoenen mensen kijken naar die uitzendingen. En de volgende dag komen de mensen op het spreekuur waar ik werk, voor hulp of gewoon voor een praatje. Daar sluiten de media events aan op de dagelijkse ervaringen van de mensen. Heb je die en die of dat gisteren op de TV gezien, heb je dat en dat programma met die en die onthulling gezien? Het is toch een schande, waar gaat het naartoe met de wereld, waar komen we terecht. Het lijkt wel een banenrepubliek. Nou, zeggen de mensen dan na enige tijd praten, ik ga maar eens wat doen. Daarmee bedoelen ze niet, dat ze politiek verzet gaan plegen, maar dat ze hun dagelijkse werkzaamheden weer oppakken na hun hart te hebben gelucht, terug in het gareel. Ook bij de verhalen die mensen elkaar vertellen over de ondoordringbare bureaucratie, de absurditeit van administratieve procedures, de willekeur van de repressieapparaten komen we echter niet te weten wat er zich nu precies bijvoorbeeld in de hogere regionen van het management van deze of gene uitvoerende instelling afspeelt. Dat blijft allemaal zorgvuldig achter gesloten deuren. Zoals ook voor Ferry Mingele en al die andere verslagevers de deuren gesloten blijven.
Hoezeer ook het kapitalistisch productiesysteem doortrokken is van sociale en materiele ongelijkheden, misstanden, uitbuiting en tegenstellingen, waarover velen verontwaardigd zijn, uiteindelijk weerhoudt de suggestie van het perfecte systeem hen van verzet. Ze doen uiteindelijk maar wat de machthebbers willen en vinden dat ze daarbij voor het beste kiezen, omdat ze zelf nog een redelijke positie hebben. Een beperkte welvaart, een dak boven je hoofd, eten, etc. Dat in dat productiesysteem miljoenen sterven van de honger, daartegen is eigenlijk geen verzet mogelijk, en ligt het ook niet een beetje aan die mensen zelf? Toch maar weer Partij van de Arbeid stemmen, dan worden de bezuinigingen op mijn inkomen en de zorg en de voorzieningen in mijn buurt althans getemporiseerd, ook al zijn het allemaal baantjesjagers. Wat me verder opvalt is dat veel mensen het negativisme dat in het begin werd genoemd, met in het verlengde de suggestie van een perfect systeem, en de onbekendheid met wat er nu eigenlijk achter al die gesloten deuren gebeurt aanvullen met allerlei meer of minder vergaande samenzweringstheorieën.
Ik stel niet dat er geen samenzweringen zijn of dat de heersende klasse de bevolking niet voorliegt. Ongetwijfeld zijn er onder leden of delen van de heersende klasse ‘samenzweringen’ en proberen ze te manipuleren om hun eigen belangen te verdedigen. Maar tegelijkertijd zijn ze ook elkaars concurrenten die elkaar naar het leven staan. Een allesomvattende wereldsamenzwering van een hechte, tamelijk kleine groep die alles kan manipuleren bestaat niet. Kapitalisten van grote bedrijven en banken hebben het vaak niet nodig uitgebreid met elkaar te overleggen. Het gaat er juist om, dat ze vanuit hun positie in de maatschappij en de daarbij behorende belangen veelal hetzelfde handelen en dezelfde opvattingen hebben.
We
moeten niet zozeer zien hoe individuen en specifieke groepen hun
belangen proberen te versterken door middel van manipulatie, we
moeten ook verder kijken dan deze individuen en oog hebben voor de
positie van waaruit deze individuen en/of groepen zo handelen.
Eenvoudig gesteld komen deze redenen erop neer dat de kapitalisten
alles doen om hun winsten te maximaliseren en kapitaal te
accumuleren. Ze doen er alles aan om de nodige sociale, politieke en
economische voorwaarden te creëren om dat te doen.
Een
discussie over een systeemkritiek op het kapitalisme, vanuit het
besef, dat er op enigerlei wijze verbanden bestaan tussen iemands
positie in de maatschappij, en zijn of haar gedrag, ideeënwereld en
handelen, en dat die verschillende posities bepaald worden door de
economische structuur van datzelfde kapitalisme, dus
klassentheorieën, zijn geheel uit beeld verdwenen. Het aan de orde
stellen van de vele misstanden, kritiek op het laakbare gedrag en de
mentaliteit van bankdirecteuren heeft weinig zin, wanneer het besef
ontbreekt dat bij een vervanging van een dergelijke bankdirecteur
iemand anders op zijn positie zich precies net zo gaat gedragen. Met
een ethische kritiek op het gedrag en de mentaliteit van
bankdirecteuren en andere kapitalisten en een analyse van hun
samenwerking in de vorm van samenzweringen ben je er niet.
Het verdwijnen van systeemkritiek op het kapitalisme en de vervanging ervan door het bovenomschreven negativisme, de voortdurende los van elkaar staande onthullingen die dat negativisme voeden aangevuld met samenzweringstheorieën betekent juist, dat een perspectief voor emancipatoir handelen uit beeld verdwijnt. Het besef, dat mensen met dezelfde structurele ondergeschikte positie in het kapitalisme, zich moeten verenigen in collectieve verbanden om een systeemverandering meer of minder vergaand te bewerkstelligen en dat dit ook kan, verdwijnt. Dat geldt niet alleen voor de arbeidersklasse als geheel, waarvan je je kunt afvragen of het wel zo’n geheel is, zeker subjectief, maar ook voor subgroepen daarvan: bijstandsgerechtigden, migrantengroepen, werklozen, mensen met flexwerk, etc.
Maar hoe in de huidige situatie na 30 jaar neoliberale propaganda het verband moet worden gelegd tussen een tamelijk abstracte systeemkritiek op het kapitalisme, en de discussie daarover, en de dagelijks ervaringen en redeneringen van de mensen, ik ben er niet uit. Een abstracte systeemkritiek kan snel verzanden in hoogdravende systeem theorieën, die alleen door academisch geschoolden begrepen worden, waar verder niemand een boodschap aan heeft. Aan de andere kant: het geïsoleerd van die theorieën aan de kaak stellen van schrijnende, ogenschijnlijk op zichzelf staande misstanden en vandaaruit de belangenbehartiging opzetten werkt ook niet. En teruggrijpen op oude socialistische propagandaverhalen van vroeger lijkt me ook niet de oplossing. Maar aanknopingspunten zijn er genoeg, als je kijkt naar de opvattingen van de bevolking, waar bijvoorbeeld nog steeds een meerderheid bestaat voor een goed sociaal zekerheidsstelsel, en tegen de huidige bezuinigingen daarop, ondanks alle negativisme.