Het zogenaamde P.W. Janssen hofje in de Da Costa straat is gebouwd in 1895 en ontworpen door architect W. Hamer volgens de stroming van het electricisme met invloeden van de neorenaissance. Het gebouw in het midden was de woning van de opzichter. Er was ook een leeszaal in gevestigd voor de bewoners van het hof. De beheerder woonde dus midden in het hofje en zag streng toe op naleving van de regels: geen alcohol, verplicht zieke buren helpen en om elf uur binnen de poort. Het heeft wel iets van de opzet van een sociaal panopticum ter controle van de armen zoals dat eind 18e eeuw voor het eerst ontworpen werd door Jeremy Bentham: een centraal gelegen bewakershuisje van waaruit je alles kunt overzien, dag en nacht.
Het hofje bestond uit 14 huizen. Tien van de veertien huizen waren bedoeld voor 56 onvermogende Nederlandse en Duitse gezinnen. Uit de huuropbrengsten van de vier overige huizen werd het beheer en het onderhoud betaald. Architect Willem Hamer was ook bestuurslid van de stichting.De bouw van het hofje kostte in 1895 155.000 gulden.
De bouw van het hofje werd gefinancierd door De steenrijke P.W Janssen, waarnaar het hofje ook genoemd is, die zijn geld verdiend had in de graan- en tabakshandel. De beroemde Deli maatschappij, die in Nederlands Indië tabak teelde en op de Europese markt verkocht was van P.W. Janssen. Hij besloot een deel van zijn geld in liefdadigheid te stoppen. Daartoe richtte hij onder meer de Nederlandsch-Duitsche Stichting op. Deze stichting financierde de bouw van het hofje. P.W. Janssen richtte ook andere stichtingen op die aan liefdadigheid deden, zoals de P.W. Janssen’s Friesche stichting. Je zou kunnen zeggen dat hij met het geld dat hij verdiend had door koloniale uitbuiting toch nog iets goeds deed.